2.11Bij brief d.d. 12 december 2019 bericht [naam 1] aan [verzoeker] het volgende:
“
Jij bent sinds 1 juli 2018 in dienst als Manager.
Op 10 oktober ben jij zonder mijn weten en zonder mijn voorafgaande instemming, twee dagen op kosten van het bedrijf naar Londen gegaan op bezoek bij klant(en) van ons bedrijf, zoals jij zei. Je hebt niet willen zeggen bij welke klant(en) jij op bezoek was, en ook heb jij geen verslag gemaakt van je zakenreis of de uitkomst daarvan, ondanks mijn herhaaldelijk verzoek. Ik heb dus geen enkele terugkoppeling hierop ontvangen, ondanks dat ik daar verschillende malen om verzocht en wij jouw reis en verblijfkosten aldaar hebben betaald.
Op 14 oktober 2019 heb jij je ziek gemeld. Op 22 oktober 2019 heb jij in een persoonlijk gesprek met mij gemeld dat jij een burn-out hebt.
In november 2019 bleek mij vervolgens dat jij een kopie hebt gemaakt van het volledige klantenbestand van Trifor International Logistics B.V. Op 21 november 2019 heb ik jou schriftelijk gewaarschuwd dat dit uiterst vertrouwelijke bedrijfsgegevens zijn die niet buiten de organisatie mogen worden gebracht, geprint, aan derden ter beschikking worden gesteld of gebruikt voor iets anders dan ten behoeve van Trifor International Logistics B.V. Jij liet weten dit te begrijpen en daarnaar te zullen handelen.
Recent had ik een kort koffiegesprek met jou in het kader van je re-integratie. Na afloop van dat gesprek belde jij op om mede te delen dat jij geen vertrouwen meer had in de organisatie en geen goed gevoel had bij terugkeer naar ons bedrijf. Je vroeg om een beëindigingsvoorstel.
Gisteren is mij vervolgens als volgt gebleken:
Jij hebt een eigen bedrijf opgericht, geheten [naam bedrijf] , gesitueerd op jouw adres in Pijnacker. Deze B.V. is op 10 oktober 2019 opgericht. De activiteiten staan beschreven als “organisatie-adviesbureaus”, “verhuur van overige consumentenartikelen”en “het verrichten van en het verlenen van adviezen met betrekking tot logistieke diensten alsmede de handel in containers”. Jij bent bestuurder van dit bedrijf. (…) Jij hebt dus je eigen – met ons bedrijf concurrerende – bedrijf opgericht op donderdag 10 oktober en je vervolgens na het weekend ziek gemeld voor je werk.
Jij handelt met dit bedrijf lijnrecht in strijd met jouw verplichtingen uit hoofde van jouw arbeidsovereenkomst en bijbehorende arbeidsvoorwaardenregeling van de Koninklijke Burger Groep. In deze arbeidsvoorwaardenregeling 2014 staat in artikel J.2.5 een boeteclausule van EUR 1.000,-- per overtreding en EUR 500,-- voor elke dag waarop de overtreding van het nevenwerkzaamhedenbeding voortduurt. (…)
Vaststaat dat jij een commerciële bestuursfunctie hebt sinds 10 oktober 2019 in jouw eigen B.V. Je bent daardoor de contractuele boete verschuldigd. Deze bedraagt tot nu toe EUR 32.000,--. De berekening daarvan zit als bijlage bij deze brief.
Jij hebt sinds jouw ziekmelding meer dan 10 maal zakelijke uitgaven gedaan van in totaal meer dan EUR 1.200,-- met de zakelijke creditcard die jou ter beschikking was gesteld voor zakelijke uitgaven. Zo heb jij op 4, 5 en 6 november 2019 twee hotelovernachtingen voor twee kamers in het Radisson Blu (5 sterrenhotel) Hamburg betaald met de bedrijfscreditcard en in Hamburg verschillende diners/versnaperingen met de bedrijfscreditcard betaald, terwijl jij stelde vanaf 14 oktober 2019 volledig arbeidsongeschikt te zijn.
Deze uitgaven met de bedrijfscreditcard zijn onrechtmatig omdat het geen zakelijke kosten waren ten behoeve van Trifor International Logistics B.V. en jij geen toestemming had om deze kosten te maken. Het was mij volstrekt onbekend dat jij naar Hamburg ging en jij had daarvoor geen toestemming verkregen of gevraagd.
Ook is mij gebleken dat er op 15 en 17 oktober 2019 diverse kosten zijn gemaakt met jouw bedrijfscreditcard op tolwegen in België. Bovendien is mij gebleken dat jij tot en met november 2019 bijna 700 kilometer per week hebt gereden met de bedrijfsauto en benzinebonnen hebt gefactureerd, daar waar jij met een burn-out volledig arbeidsongeschikt was. Dat valt niet te rijmen met jouw volledige arbeidsongeschiktheid en burn-out.
Als Manager heb jij een voorbeeldfunctie te vervullen, zowel qua werkethiek alsmede voor wat betreft het gebruik van de bedrijfscreditcard. Jij hebt met voornoemde gedragingen een dringende reden gegeven ter beëindiging van jouw arbeidscontract.
Ik heb jou in ons gesprek van vandaag om een reactie gevraagd. Jij kon geen valide reden geven voor jouw gedragingen. De kosten in België zouden deels door jouw collega [naam collega 1] zijn gemaakt, aan wie jij je kaart zou hebben uitgeleend. Jij had geen toestemming om die kaart uit te lenen en voor zover mij bekend was [naam collega 1] niet voor zaken in België. In elk geval vallen de uitgaven aldaar onder jouw verantwoordelijkheid daar jij onbevoegd de kaart hebt uitgeleend.
De zakenreis naar Londen heb jij gisteren ook niet verklaard en ook heb je geen uitsluitsel gegeven over de klant(en) waar jij zou zijn geweest. Jij weigerde een toelichting te geven. Over Hamburg liet jij weten dat jij daar naar een Logistieke beurs was met jouw collega [naam collega 1] . Jij kon niet zeggen met welke klanten jullie daar hebben gesproken en welke afspraken zijn gemaakt ten behoeve van onze organisatie. Ik was niet op de hoogte van deze beurs en jullie hebben niet gevraagd om daarheen te kunnen op kosten van kantoor en onder werktijd. Jij was bovendien volledig arbeidsongeschikt. Jij hebt kortom zonder toestemming gewerkt in het buitenland terwijl mij dit niet bekend was. Je hebt de creditcard van het bedrijf gebruikt en ook nadien geen melding gemaakt van deze uitgaven.
Met betrekking tot het opgerichte bedrijf liet jij weten dat jij samen met je broer een onderneming had opgericht. Ik zei dat jij alleen als bestuurder stond opgenomen bij de Kamer van Koophandel. Jij kon geen verklaring geven.
Voorts heb ik jou gevraagd of er omstandigheden waren waarmee ik in het bijzonder rekening moest houden bij de besluitvorming. Jij liet weten dat deze omstandigheden er niet waren.
Tot slot heb ik onder de aandacht gebracht dat jouw handelswijze voor wat betreft jouw ziekmelding met een burn-out, inmiddels ook is toegepast door jouw ondergeschikte collega’s [naam collega 1] (vanaf 11 november) en [naam collega 2] . Mij is bekend dat er nauwe contacten zijn tussen jullie drie. Ook [naam collega 1] heeft bijvoorbeeld in november een uitdraai gemaakt van ons volledige klantenbestand. Ik betreur het ten zeerste dat jij jouw collega’s negatief beïnvloedt, daar waar jij een voorbeeldfunctie had moeten hebben.
Bovenstaande redenen tezamen alsmede apart leveren een dringende reden op om de arbeidsovereenkomst per direct te beëindigen. Jouw arbeidsovereenkomst is per 11 december 2019 met onmiddellijke ingang beëindigd.
Omdat jij ons een dringende reden hebt gegeven ter beëindiging van jouw arbeidscontract, ben je ons de gefixeerde schadevergoeding verschuldigd ter hoogte van jouw contractuele opzegtermijn. De hoogte van deze schadevergoeding bedraagt jouw bruto salaris van 11 december 2019 tot eind januari 2020. Dit betreft een netto schadevergoeding ter hoogte van jouw bruto salaris. Dit bedrag zal worden verrekend met jouw eindafrekening. Voorts zullen de creditcardkosten uit Hamburg en Londen voor zover mogelijk worden ingehouden op je salaris. Ook ben jij ons een schadevergoeding verschuldigd ter zake de lease auto. Ook deze kosten zullen worden verrekend met de eindafrekening, voor zover mogelijk.
Het spijt ons dat jij het zover hebt laten komen.
Ik wijs je op je concurrentiebeding. Jij dient je onderneming dan ook per direct uit te schrijven en stop te zetten.”