In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, heeft eiseres haar vordering ingetrokken voordat de mondelinge behandeling plaatsvond. De procedure begon met een dagvaarding op 28 februari 2020, gevolgd door verschillende correspondenties tussen de partijen. Op 11 maart 2020 heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. M. Hofman-Kremer, haar vordering ingetrokken. Gedaagde, Action Nederland B.V., vertegenwoordigd door mr. L. Bijl, heeft op 12 maart 2020 verzocht om een proceskostenvergoeding. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de intrekking van de vordering tijdig was en dat de gedaagde partij recht had op een beslissing over de proceskosten. Aangezien eiseres haar vordering heeft ingetrokken, werd zij als in het ongelijk gestelde partij beschouwd en veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan Action, die zijn begroot op € 480,00 voor het salaris van de gemachtigde. De uitspraak vond plaats op 26 maart 2020.