Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 19 september 2019, met producties;
- de conclusie van antwoord;
- het tussenvonnis van 7 november 2019 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de aantekening dat op 10 januari 2020 de mondelinge behandeling is gehouden.
2..De vaststaande feiten
Zoals gezien, bereden en akkoord bevonden.Geen garantie. Getekend voor akkoord.
Indien u niet binnen vijf (5) dagen ingaande de dag na ontvangst van deze brief overgaat of wenst over te gaan tot herstel van de gebreken, dan kunt u de overeenkomst als ontbonden beschouwen en verzoek ik u vriendelijk om uiterlijk binnen 30 dagen ingaande de dag na ontvangst van dit schrijven de som van € 3.950,- aan cliënt te restitueren door het bedrag over te maken […]
3..De vordering, de grondslag en het verweer
4..De beoordeling van het geschil
Ten aanzien van de gestelde loshangende uitlaat heeft [eiser] tijdens de mondelinge behandeling gesteld dat hij deze zelf heeft vastgemaakt c.q. gerepareerd. [eiser] heeft, gelet op de betwisting van [gedaagde] , ook op dit punt onvoldoende onderbouwd dat ten tijde van de levering althans ten tijde van de afgifte van de auto aan [gedaagde] nog sprake was van een gebrekkige (bevestiging van de) uitlaat.
Met betrekking tot het geluid in de motor heeft [gedaagde] aangevoerd dat dit een bijgeluid betreft dat samenhangt met de kettingspanne als gevolg van slijtage, maar dat dit op zichzelf geen kwaad kan voor het normaal gebruik van de auto en daarmee niet is aan te merken als een gebrek. [eiser] heeft zijn stelling dat de motor wel degelijk gebreken had vervolgens niet nader onderbouwd. Dat [gedaagde] met de door hem voorgestelde reparatie, waarbij onbetwist niet is besproken wie de kosten daarvan zou dragen, (enige aansprakelijkheid voor) gebreken heeft erkend, is door hem gemotiveerd betwist en door [eiser] vervolgens niet weerlegd.