Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift, ingekomen op 21 januari 2020, met producties;
- het verweerschrift, met producties.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Stichting Het Dilemma, gevestigd te Zwijndrecht, een verzoek ingediend bij de Rechtbank Rotterdam om een gefixeerde schadevergoeding van € 7.198,93 te ontvangen van de verweerster, die op staande voet was ontslagen. De Stichting stelde dat de verweerster door opzet of schuld meerdere dringende redenen had gegeven om de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen, zoals bedoeld in artikel 7:677 lid 2 BW. Het ontslag op staande voet vond plaats op 22 november 2019. De mondelinge behandeling van de zaak vond plaats op 11 maart 2020, waarbij zowel de verweerster als de gemachtigde van de Stichting aanwezig waren.
De kantonrechter heeft in deze beschikking geoordeeld dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig was, omdat er geen dringende reden aanwezig was. Dit oordeel is gebaseerd op een eerdere beschikking in een andere zaak met het zaaknummer 8273690 \\ HA VERZ 20-6, waarin is vastgesteld dat het ontslag niet kon worden gerechtvaardigd. Hierdoor was er geen grond voor de toekenning van de verzochte gefixeerde schadevergoeding aan de Stichting. De kantonrechter heeft het verzoek van de Stichting afgewezen en de Stichting veroordeeld in de proceskosten van de verweerster, die zijn vastgesteld op € 480,00 aan salaris voor de gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter R.R. Roukema en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 8 april 2020.