ECLI:NL:RBROT:2020:2920

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 maart 2020
Publicatiedatum
3 april 2020
Zaaknummer
C/10/592710 / FA RK 20-1514
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf op verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg

Op 18 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt, geboren op een onbekende datum, op verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). De zaak betreft een cliënt die lijdt aan de ziekte van Alzheimer, wat leidt tot ernstig nadeel in de vorm van levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel en verwaarlozing. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt niet in staat is om voor zichzelf te zorgen en 24-uurs zorg nodig heeft. De cliënt heeft zich verzet tegen opname en verblijf, maar de rechtbank oordeelt dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen. De machtiging is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 18 september 2020. De beschikking is mondeling gegeven door rechter mr. A. Buizer en schriftelijk uitgewerkt door griffier mr. R. Jelicic.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/592710 / FA RK 20-1514
Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 18 maart 2020 betreffende een machtiging voor de duur van zes maanden als bedoeld in artikel 26 van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (hierna: Wzd)
op verzoek van:
het Centrum Indicatiestelling Zorg, hierna: CIZ,
met betrekking tot:
[naam cliënt],
geboren op [geboortedatum cliënt] ,
hierna: cliënt,
wonende en thans verblijvende aan de [verblijfadres cliënt] , [verblijfplaats cliënt] ,
advocaat mr. P.C. van Houten te Dordrecht.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van het CIZ, ingekomen ter griffie op 6 maart 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 het indicatiebesluit op grond van artikel 3.2.3 van de Wet langdurige zorg van 14 februari 2020;
 de medische verklaring, opgesteld en ondertekend door dr. ing. I. Montfoort, specialist ouderengeneeskunde, van 21 februari 2020;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wzd;
 het machtigingsformulier van de Wzd;
 de aanvraag voor een rechterlijke machtiging van 6 maart 2020.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 18 maart 2020. Bij die gelegenheid zijn (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. Corona) telefonisch gehoord:
  • cliënt (in het bijzijn van de casemanager en haar zus en nicht);
  • haar hierboven genoemde advocaat;
  • J. Lange, casemanager, verbonden aan het Spectrum, locatie Sterrenlanden.
  • [naam 1] en [naam 2] , zus en nicht van cliënt.

2..Beoordeling

2.1.
De rechter kan op verzoek van het CIZ een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf in een geregistreerde accommodatie verlenen als bedoeld in artikel 24 lid 1 Wzd. De machtiging kan slechts worden verleend indien naar het oordeel van de rechter het gedrag van de cliënt als gevolg van haar psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap leidt tot ernstig nadeel, de opname en het verblijf noodzakelijk zijn om het nadeel te voorkomen of af te wenden en er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat cliënt lijdt aan de psychogeriatrische aandoening, te weten de ziekte van Alzheimer.
2.3.
Deze psychogeriatrische aandoening leidt tot ernstig nadeel. Het ernstig nadeel is gelegen in het bestaan of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische, materiële en immateriële schade en ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang. Cliënt is in 2019 gediagnosticeerd met Alzheimer en er zijn zowel korte- als langetermijngeheugen stoornissen geconstateerd. Cliënt woont alleen en vertoont in de thuissituatie gedesoriënteerd gedrag. Zo weet zij niet meer waar ze is en ze herkent personen niet meer. Soms komt haar zus uit Rotterdam op bezoek. Voorts is cliënt een keer in paniek geraakt omdat zij niet meer wist hoe ze de deur open moest maken, waarbij de politie moest komen om haar daarbij te helpen. De situatie van cliënt is de afgelopen periode verslechterd, aldus de casemanager tijdens de mondelinge behandeling. De woning van cliënt is ernstig vervuild, cliënt heeft meerdere dagen dezelfde kleding aan en zij vergeet – ondanks dat er maaltijden voor haar worden klaargezet – te eten, waardoor zij veel gewicht is verloren.
2.4.
De opname en het verblijf zijn noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Cliënt is niet meer in staat voor zichzelf zorgen en heeft 24-uurs zorg nodig.
2.5.
Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Cliënt weigert medewerkers van thuiszorg binnen te laten. Daarnaast heeft zij – naast haar zus – een beperkt sociaal netwerk, waardoor er niet veel mogelijkheden zijn voor mantelzorg.
2.6.
Gebleken is dat cliënt zich verzet tegen de opname en het verblijf. Cliënt heeft geen ziektebesef- en inzicht en tijdens de mondelinge behandeling heeft zij duidelijk aangegeven dat zij haar zelfstandigheid niet wil verliezen en thuis wil blijven wonen.
2.7.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat is voldaan aan de criteria voor een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in de Wzd. De machtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot opname en verblijf ten aanzien van [naam cliënt] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 18 september 2020.
Deze beschikking is op 18 maart 2020 mondeling gegeven door mr. A. Buizer, rechter, in tegenwoordigheid van mr. R. Jelicic, griffier, en op 25 maart 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.