Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Procesverloop
- cliënt;
- zijn hierboven genoemde advocaat;
- A. Wilson, casemanager dementie, verbonden aan Verpleeghuis Het Parkhuis;
- [naam] , dochter van cliënt.
Rechtbank Rotterdam
Op 18 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een verzoek tot een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt, geboren op een onbekende datum, die lijdt aan de ziekte van Alzheimer. Het verzoek is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op 6 maart 2020, met als doel de cliënt te beschermen tegen ernstig nadeel dat voortvloeit uit zijn psychogeriatrische aandoening. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt in zijn thuissituatie niet meer voor zichzelf kan zorgen en dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen. De cliënt vertoonde gedesoriënteerd gedrag, had problemen met medicatie-inname en was afhankelijk van zijn dochter en buurman voor dagelijkse verzorging. Tijdens de mondelinge behandeling op 18 maart 2020 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de cliënt zelf, zijn advocaat en een casemanager van het verpleeghuis. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de opname en het verblijf noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel te voorkomen en heeft de machtiging verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 18 september 2020. De beschikking is mondeling gegeven door rechter mr. A. Buizer en schriftelijk uitgewerkt door griffier mr. R. Jelicic.