Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- mr. M. Verhagen, namens verzoekster;
- [naam] , middellijk bestuurder, namens verweerster.
Rechtbank Rotterdam
Op 31 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak van de faillietverklaring van Barge Vetting System Europe B.V., op verzoek van Valkenable Holding B.V. De rechtbank heeft de zaak behandeld onder de Tijdelijk afwijkende regeling Insolventiezaken rechtbanken vanwege de bijzondere omstandigheden door de Coronacrisis (TARIC). De rechtbank heeft vastgesteld dat er summierlijk bewijs is van het vorderingsrecht van verzoekster en dat verweerster in een toestand verkeert waarin zij heeft opgehouden te betalen. De rechtbank is bevoegd om deze insolventieprocedure als hoofdprocedure te openen, aangezien het centrum van voornaamste belangen van verweerster in Nederland ligt.
In de beslissing heeft de rechtbank Barge Vetting System Europe B.V. in staat van faillissement verklaard. Tevens is mr. F. Damsteegt-Molier benoemd tot rechter-commissaris en mr. J. van Meerkerk tot curator. De curator is belast met het openen van brieven en telegrammen gericht aan de gefailleerde. De uitspraak is gedaan door mr. J.C.A.T. Frima, rechter, en in aanwezigheid van mr. J.J.P. van Wieringen, griffier, en is openbaar uitgesproken op 31 maart 2020 om 10:27 uur. Tegen deze uitspraak kan binnen acht dagen hoger beroep worden ingesteld door degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, uitsluitend via een advocaat.