ECLI:NL:RBROT:2020:2907

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 april 2020
Publicatiedatum
3 april 2020
Zaaknummer
20.55 RK
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Faillietverklaring van SHU B B.V. onder bijzondere omstandigheden door de Corona-crisis

Op 1 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak van de stichting STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE DETAILHANDEL B.V. tegen de besloten vennootschap SHU B B.V. De stichting verzocht om faillietverklaring van SHU B B.V. De rechtbank heeft de zaak behandeld onder de Tijdelijk afwijkende regeling Insolventiezaken rechtbanken vanwege de bijzondere omstandigheden door de Coronacrises (TARIC). Verzoekster en verweerster zijn schriftelijk geïnformeerd over de behandeling van het verzoekschrift ter zitting van 31 maart 2020. Verzoekster heeft haar standpunt naar voren gebracht, terwijl verweerster niet is verschenen, ondanks de wettelijk voorgeschreven oproeping. De rechtbank heeft vastgesteld dat er summierlijk bewijs is van het vorderingsrecht van verzoekster en dat verweerster in een toestand verkeert waarin zij heeft opgehouden te betalen. De rechtbank is bevoegd om de insolventieprocedure te openen, aangezien het centrum van voornaamste belangen van verweerster in Nederland ligt. In de beslissing verklaart de rechtbank SHU B B.V. in staat van faillissement, benoemt mr. C.G.E. Prenger tot rechter-commissaris en mr. P. de Graaf tot curator. Het vonnis is openbaar uitgesproken op 1 april 2020 om 10:00 uur.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
Insolventienummer: [nummer]
Uitspraak: 1 april 2020
VONNIS op het op 28 januari 2020 ingekomen verzoekschrift, met bijlage(n), van:
de stichting
STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE DETAILHANDEL B.V.,
gevestigd te Utrecht,
verzoekster,
advocaat mr. R. Dijkema,
strekkende tot faillietverklaring van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SHU B B.V.,
gevestigd te Bergse Dorpsstraat 26 A 02,
3054 GD Rotterdam,
statutair gevestigd te Rotterdam,
verweerster.

1.De procedure

De rechtbank heeft met toepassing van de Tijdelijk afwijkende regeling Insolventiezaken rechtbanken vanwege de bijzondere omstandigheden door de Coronacrises (hierna: TARIC), verzoekster en verweerster schriftelijke geïnformeerd over de behandeling van onderhavig verzoekschrift ter zitting van 31 maart 2020 onder toezending van een formulier waarop verzoekster en verweerster hun standpunt naar voren konden brengen, met de mededeling dat dit formulier uiterlijk voor 14:00 uur op de dag voorafgaande aan de behandeling door de griffie dient te zijn ontvangen.
Op 27 maart 2020 is ter griffie van verzoekster het voornoemde formulier ontvangen. Het formulier van verweerster is niet ontvangen.
Ter zitting van 31 maart 2020 is conform TARIC, namens verzoekster, mr. R. Dijkema telefonisch gehoord. Verweerster is, hoewel op de bij de wet en TARIC voorgeschreven wijze opgeroepen, niet gehoord.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De beoordeling

De rechtbank oordeelt dat summierlijk is gebleken van het vorderingsrecht van verzoekster en van het bestaan van feiten of omstandigheden die aantonen dat verweerster in de toestand verkeert dat zij heeft opgehouden te betalen.
De rechtbank is, gelet op het bepaalde in artikel 3 lid 1 Verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, bevoegd deze insolventieprocedure als hoofdprocedure te openen nu het centrum van voornaamste belangen van verweerster in Nederland ligt.

3.De beslissing

De rechtbank,
- verklaart SHU B B.V. voornoemd in staat van faillissement;
- benoemt tot rechter-commissaris mr. C.G.E. Prenger, lid van deze rechtbank;
- stelt aan tot curator mr. P. de Graaf, advocaat te Rotterdam;
- geeft last aan de curator tot het openen van brieven en telegrammen aan de gefailleerde gericht.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.C.A.T. Frima, rechter, en in aanwezigheid van
mr. J.J.P. van Wieringen, griffier, in het openbaar uitgesproken op 1 april 2020 te
10:00 uur.