ECLI:NL:RBROT:2020:2849

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 maart 2020
Publicatiedatum
2 april 2020
Zaaknummer
C/10/592840 / FA RK 20-1570
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging verleend op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam

Op 24 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan [naam betrokkene], geboren op [geboortedatum betrokkene] te Kaapverdië, op verzoek van de officier van justitie. De beslissing volgde op een mondelinge behandeling waarbij betrokkene, zijn advocaat mr. H. Bijlsma, en psychiater drs. J. van der Vlucht aanwezig waren. De officier van justitie was niet ter zitting verschenen. De rechtbank oordeelde dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis en dat zijn gedrag leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing. De rechtbank concludeerde dat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van drie maanden, tot en met 24 juni 2020, en omvat verschillende maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank heeft de machtiging verkort in duur om de situatie van betrokkene nauwlettend te volgen en te beoordelen welke zorg nodig is. De beschikking is mondeling gegeven door mr. A. Buizer en schriftelijk uitgewerkt op 30 maart 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/592840 / FA RK 20-1570
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 24 maart 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] , Kaapverdië,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes, locatie zorgboulevard aan de Maasstadweg 96, 3079 DZ te Rotterdam,
advocaat mr. H. Bijlsma te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 9 maart 2020 en het gewijzigd verzoekschrift van 11 maart 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door drs. B. Bakker, psychiater, van 4 maart 2020;
 de zorgkaart van 28 februari 2020;
 het zorgplan van 27 februari 2020;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur op het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 24 maart 2020. Bij die gelegenheid zijn (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. Corona) telefonisch gehoord:
 betrokkene in het bijzijn van drs. A. Wolters, zaalarts, verbonden aan Antes, locatie zorgboulevard;
 mr. H. Bijlsma, advocaat van betrokkene;
 drs. J. van der Vlucht, psychiater, verbonden aan Antes, locatie zorgboulevard.
1.2.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Wanneer het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, mits er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er geen minder bezwarende alternatieven zijn, het verlenen van verplichte zorg evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door een psychische stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis. Op dit moment wordt betrokkene onderzocht vanuit een multidisciplinair team om de oorzaak van het gedrag van betrokkene te achterhalen. Betrokkene lijdt onder een nog ongediagnosticeerde psychische stoornis en heeft mogelijk tevens een neurodegeneratieve aandoening. Het huidige verzoek ziet dan ook mede op het diagnosticeren van betrokkene. Het is nog niet duidelijk hoe lang dit onderzoek nog gaat duren. Er is een afwijking gezien bij de MRI van het cerebrum, maar dit moet nog geduid worden door een neuroloog. Er is nog niet begonnen met anti-psychotica, omdat voorkomen moet worden dat het neurologische onderzoek verstoord wordt door invloed van medicatie. De diagnose korsakov is inmiddels uitgesloten.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel en ernstige verwaarlozing. Het ernstig nadeel valt uiteen in twee vormen. Allereerst is er sprake geweest van agressie in de thuissituatie. Agitatie en agressie wordt ook tijdens de huidige opname gezien en komt voort uit de stoornis. Vanuit de instelling heeft betrokkene ook zijn vrouw nog telefonisch bedreigd. Daarnaast is er nadeel dat direct voortvloeit uit de stoornis zelf. Het onbehandeld laten van de stoornis of de eventuele neurodegeneratieve aandoening kan ernstige gevolgen hebben voor de geestelijke en lichamelijke gezondheid van betrokkene. Omdat betrokkene al eerder is weggelopen uit het ziekenhuis waar hij werd onderzocht, is dit risico ook nu aanwezig. Het is echt van belang dat er duidelijk wordt wat er met betrokkene aan de hand is en waar zijn veranderde gedrag uit voorkomt.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om het ernstig nadeel af te wenden heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur en bestaan uit:
 het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
 het beperken van de bewegingsvrijheid;
 het insluiten;
 het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
 het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
 het opnemen in een accommodatie.
2.2.3.
Betrokkene voert verweer tegen het verzoek tot opname in de accommodatie. Betrokkene verzoekt om afwijzing van het verzochte omdat hij gedurende de opname niet in staat is om zijn huis te bezoeken en te zorgen dat zijn huur wordt betaald. Zijn advocaat heeft toegezegd te zullen overleggen met de dochter van betrokkene en zo nodig met de huisbaas van betrokkene.
2.2.4.
De rechtbank ziet zich genoodzaakt de machtiging te verkorten in duur omdat de huidige machtiging deels ziet op de te stellen diagnose bij betrokkene en de rechtbank vinger aan de pols wil houden of en welke verplichte zorg er nodig is.
2.2.5.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.6.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de duur van drie maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 24 juni 2020.
Deze beschikking is op 24 maart 2020 mondeling gegeven door mr. A. Buizer, rechter, in tegenwoordigheid van mr. C.W. Wapenaar, griffier, en op 30 maart 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.