ECLI:NL:RBROT:2020:2848
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Voortzetting van crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Op 24 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier had op 20 maart 2020 een verzoekschrift ingediend om de op 19 maart 2020 opgelegde crisismaatregel te verlengen. Dit verzoek was onderbouwd met diverse bijlagen, waaronder een medische verklaring van psychiater drs. P.R.N. Nazir. Tijdens de mondelinge behandeling op 24 maart 2020 werd betrokkene, die op dat moment verbleef in een zorginstelling, telefonisch gehoord, evenals haar advocaat, mr. J.G. Colombijn-Broersma. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.
De rechtbank beoordeelde of aan de criteria voor het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel was voldaan. Op basis van de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling concludeerde de rechtbank dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor betrokkene, die lijdt aan een manisch-psychotisch toestandsbeeld in het kader van een bipolaire-I-stoornis. De rechtbank oordeelde dat de situatie zo ernstig was dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht.
De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een periode van drie weken, met de noodzaak tot het toedienen van medicatie en andere vormen van verplichte zorg. De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief was, ondanks het verzet van betrokkene tegen deze zorg. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter mr. A. Buizer en schriftelijk uitgewerkt op 30 maart 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.