Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 5 (vijf) maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich klinisch laat behandelen in de kliniek Ipse de Bruggen voor de duur van maximaal 1 (één) jaar en hij zich hierna, indien nodig, ambulant laat behandelen, alsmede oplegging van een contactverbod met de twee slachtoffers en een meldplicht bij de reclassering;
- dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden en het uit te oefenen toezicht.
4..Waardering van het bewijs
De rechtbank is voorts van oordeel dat het zoenen in de nek of het proberen te zoenen onmiskenbaar handelingen met een seksuele aard betreffen. Dit wordt nog eens ondersteund door de verklaring van getuige [naam getuige] dat de verdachte masturberende bewegingen maakte na de aanranding van [naam slachtoffer 2] , hetgeen de seksuele bedoeling bij de verdachte bevestigt. Dat de verdachte wist dat hij ook bij [naam slachtoffer 1] fout zat, blijkt wel uit de omstandigheid dat hij hierna driemaal ‘sorry buurvrouw’ heeft gezegd.
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 9 (negen) maanden;
€ 598,87 (zegge: vijfhonderdachtennegentig euro en zevenentachtig eurocent), bestaande uit een vergoeding voor materiële schade van
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij, [naam benadeelde] , te betalen
€ 598,87(hoofdsom, zegge: vijfhonderdachtennegentig euro en zevenentachtig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 juli 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom
te vervangen door 11 dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;