ECLI:NL:RBROT:2020:2802
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete voor overtredingen van de Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit met betrekking tot rusttijden en arbeidstijden van werknemers
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 maart 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen NMC Special Products B.V. en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De eiseres, NMC Special Products B.V., had beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris, waarbij aan haar boetes waren opgelegd voor overtredingen van de Arbeidstijdenwet (Atw) en het Arbeidstijdenbesluit (Atb). De rechtbank heeft vastgesteld dat de Staatssecretaris op 4 april 2018 een boete van in totaal € 25.425,- had opgelegd voor verschillende overtredingen die waren geconstateerd tijdens een administratief onderzoek. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar dit bezwaar was ongegrond verklaard. Tijdens de zitting op 14 februari 2020 heeft de rechtbank de argumenten van beide partijen gehoord. Eiseres voerde aan dat de opgelegde boetes onterecht waren en dat de berekening van de boetes niet correct was. De rechtbank heeft geoordeeld dat de Staatssecretaris in zijn besluit voldoende gemotiveerd had gereageerd op de eerdere standpunten van eiseres. De rechtbank heeft echter ook vastgesteld dat de redelijke termijn van twee jaar, zoals bedoeld in artikel 6 van het EVRM, was overschreden. Dit leidde tot de conclusie dat de boete moest worden gematigd. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd voor zover het de hoogte van de boete betreft en heeft de boete vastgesteld op € 23.298,75. Tevens is bepaald dat de Staatssecretaris het door eiseres betaalde griffierecht van € 338,- moet vergoeden en dat de proceskosten van eiseres worden vergoed tot een bedrag van € 1.575,-.