Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[naam gedaagde 1] ,
[naam gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 27 februari 2019, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de oproepingsbrieven van de rechtbank van 22 mei 2019 waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- de zittingsagenda van 5 september 2019;
- de brief van de advocaat van [gedaagden] van 26 september 2019 met bijlagen 1-3;
- het proces-verbaal van comparitie van 17 oktober 2019, alsmede de door partijen overgelegde notitie en spreekaantekeningen ten behoeve van de comparitie;
- het faxbericht van de advocaat van Woonstad van 13 november 2019 met opmerkingen over het proces-verbaal.
- woningen voor zelfbewoning aan particulieren worden verkocht;
- een verplichte terugkoopregeling wordt gehanteerd waarbij de vorming en opbouw van de terugkoopprijs vooraf is vastgelegd;
3.Het geschil
4.De beoordeling
alleenvoor zelfbewoning gebruikt.” (onderstreping, rechtbank). Deze voorwaarde is duidelijk en niet voor meerdere uitleg vatbaar: de voorwaarde sluit elke andere vorm van bewoning van de woning uit, zoals verhuur of in gebruikgeving aan derden. Dit memo was verstuurd aan [gedaagden] voorafgaand aan aanschaf van de woning. [gedaagden] heeft niet betwist dat hij bekend was met (de inhoud van) dit memo, zodat hij ook bekend moet worden geacht met de voorwaarden van de Fair Value Regeling, meer in het bijzonder, met de invulling van de zelfbewoningsplicht.
543,00(1,0 punt × tarief € 543,00)