ECLI:NL:RBROT:2020:2694
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van rechter na eindbeslissing in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 februari 2020 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een verzoeker. De verzoeker had eerder, op 1 november 2019, een eindbeslissing ontvangen van rechter mr. E. Lunenberg in een bestuursrechtelijke beroepsprocedure tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, waarin hij niet-ontvankelijk werd verklaard. Het wrakingsverzoek werd ingediend op 26 november 2019, nadat de eindbeslissing al was genomen. De rechtbank oordeelde dat het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk was, omdat de rechter op het moment van indienen van het verzoek niet meer betrokken was bij de zaak. De rechtbank benadrukte dat wraking bedoeld is om de onpartijdigheid van de rechter te waarborgen, maar dat dit doel niet meer kan worden bereikt als de rechter al een einduitspraak heeft gedaan. De rechtbank verklaarde de verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking van mr. E. Lunenberg, en deze beslissing werd uitgesproken ter openbare terechtzitting.