2.1.Het proces-verbaal van de zitting met gesloten deuren van de meervoudige kamer op 7 februari 2020 houdt ter zake van het wrakingsverzoek het volgende in:
“…….
Er is - zakelijk weergegeven en voor zover van belang - verklaard:
mr. Van Olden:
De man heeft de behoefte iets te delen met de rechtbank voor de aanvang van de
behandeling. Ik hoor u zeggen dat ik daarvoor straks de gelegenheid krijg.
De voorzitter vat het verloop van de procedure kort samen.
mr. De Wit-Facchetti:
Het klopt dat het primaire verzoek van de vrouw ten aanzien van de verdeling van de
gemeenschap nu de toewijzing van het meer subsidiaire verzoek inhoudt. De overige
verzoeken worden door de vrouw subsidiair gehandhaafd.
mr. Van Olden:
Zoals ik al aangaf heb ik, namens de man, de behoefte om iets met u te delen. Ik vraag u mij
eerst het woord te geven.
Draagt de brief van de man voor en legt deze later over.
De man doet nogmaals een verzoek om uitstel.
Ik vraag u daarop een beslissing te nemen.
mr. De Wit-Facchetti:
Ik zal eerst reageren op het verzoek om uitstel.
…….
mr. Van Olden:
Ik wil toch graag het antwoord van de rechtbank op het verzoek van de man om uitstel. Op uw vraag hoe ik vind dat de zaak verder moet gaan als de rechtbank het verzoek van de man om uitstel zou afwijzen, antwoord ik dat ik dan genoodzaakt ben namens de man een wrakingsverzoek te doen.
de voorzitter:
Hier volgt de beslissing van de rechtbank op het uitstelverzoek van de man.
Er is eerder een uitstelverzoek door de man gedaan op 14 januari jl. Ter onderbouwing van dit uitstelverzoek is door de man aangevoerd dat hij een burn-out heeft, ter ondersteuning
waarvan hij een uitdraai uit de administratie van zijn huisarts heeft overgelegd. Daaruit blijkt dat de man last heeft van duizeligheid, rugpijn, hypertensie en spanning. De huisarts van de man adviseert hem afstand en rust te nemen.
Tegen dit uitstelverzoek heeft de vrouw bezwaar gemaakt. Zij benadrukt dat de procedure
moet worden voortgezet.
De rechtbank heeft dit uitstelverzoek van de man afgewezen. De advocaten van partijen, het
secretariaat, zijn telefonisch door de griffier van deze afwijzing op de hoogte gesteld. Bij de afwijzing van het uitstelverzoek is gemeld dat het uitstelverzoek op de mondelinge behandeling aan de orde kan komen, maar dat inhoudelijke behandeling van de zaak het uitgangspunt is. Ook is de afwijzing van het uitstelverzoek in het elektronisch familiejournaal vermeld.
Op deze mondelinge behandeling is het uitstelverzoek namens de man herhaald. Voor een aanhouding moet sprake zijn van klemmende redenen. Deze klemmende redenen zijn door de man onvoldoende onderbouwd. Uit de uitdraai van de huisarts blijkt niet dat hij niet in
staat is zijn eigen zaken te behartigen. Als wel vast stond dat de man kampt met een burn-out dan zou een belangenafweging plaats moeten vinden. Het belang van de man is dan het
uitstel van de mondelinge behandeling en het belang van de vrouw is dat er aan deze zaak
een einde komt. De rechtbank stelt vast dat:
deze procedure al is aangevangen in september 2017;
de man een advocaat heeft die hem vertegenwoordigd en dat
de man zich kan laten bijstaan door financieel deskundigen.
Gelet hierop weegt het belang van de vrouw bij voortgang van deze procedure zwaarder dan het belang van de man bij aanhouding voor onbepaalde tijd.
Dit betekent dat het uitstelverzoek wordt afgewezen.
mr. Van Olden:
Ik wijs de rechtbank er op dat dit niet, het tweede, maar het derde uitstelverzoek is.
Ik hoor u zeggen dat dat voor uw overweging geen verschil maakt.
Mr. Van Olden legt haar pleitnotities van het wrakingsverzoek over.
Mr. Van Olden draagt de pleitnotities voor.
Aanvulling van mr. Van Olden op de pleitnotities:
Ik vind het niet prettig een wrakingsverzoek te doen, maar ik word hiertoe genoodzaakt.
Op uw vraag welke rechter ik wraak, antwoord ik dat ik alle drie de rechters wraak.
Het gaat om de spankracht van mijn cliënt dat er belang bij uitstel is.
Ik ben geen arts, ik wil zijn klachten dan ook geen burn-out noemen.
Ik hoor de rechtbank spreken over een burn-out, maar die diagnose is niet gesteld.
De spanning is de man te veel geworden.
We hebben het hier niet over 1, 2 of 3 nullen maar over miljoenen.
Ik ben me ervan bewust dat je tot op de dag van de zitting verweer mag voeren, maar dat
verzoek om een verweertermijn lag er wel en daar is door de rechtbank niet op gereageerd.
Wat betreft de sociale deskundige: er zijn zelfs vragen besproken op zitting voor de sociale
deskundige.
…….”