ECLI:NL:RBROT:2020:2672
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot faillietverklaring wegens onvoldoende bewijs van vorderingsrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 maart 2020 uitspraak gedaan op het verzoekschrift van de besloten vennootschappen LETTERFRACK B.V. en DELPHI PHARMACEUTICALS B.V. tot faillietverklaring van een andere besloten vennootschap, statutair gevestigd te Ridderkerk. De verzoeksters stelden dat de verweerster een groot aantal facturen onbetaald had gelaten, met een totale vordering van € 124.238,31. Tijdens de procedure is verweerster gehoord, die betwistte dat de verzoeksters vorderingen op haar hadden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de administratie van verweerster niet door haar eigen medewerkers, maar door medewerkers van de Spanhoff groep wordt gevoerd. Dit leidde tot complicaties in de bewijsvoering van de vorderingen van verzoeksters. De rechtbank oordeelde dat niet summierlijk was gebleken van het bestaan van het vorderingsrecht van verzoeksters, waardoor het verzoek tot faillietverklaring werd afgewezen. De rechtbank benadrukte dat de betalingen door verweerster niet als erkenning van de vorderingen konden worden aangemerkt, maar slechts als erkenning van de in november 2019 openstaande vorderingen. De beslissing om het verzoek af te wijzen werd genomen in het licht van de onduidelijkheden rondom de administratie en de verhoging van de vorderingen.