ECLI:NL:RBROT:2020:2669

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 februari 2020
Publicatiedatum
30 maart 2020
Zaaknummer
590722 / HA RK 20-103
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van rechter in kort geding niet-ontvankelijk verklaard

In deze zaak heeft verzoeker op 4 februari 2020 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. R. Kruisdijk, senior rechter in de rechtbank Rotterdam, in het kader van een kort geding procedure. Dit verzoek volgde op een eerdere afwijzing van een wrakingsverzoek door de wrakingskamer op 28 november 2019, waarin was bepaald dat een volgend wrakingsverzoek in dezelfde procedure niet in behandeling zou worden genomen. De wrakingskamer heeft de ontvankelijkheid van het tweede wrakingsverzoek beoordeeld en geconcludeerd dat dit verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is op basis van het Wrakingsprotocol van de rechtbank Rotterdam. De wrakingskamer heeft daarom besloten verzoeker niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek tot wraking van mr. R. Kruisdijk. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer voor wrakingszaken en uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij ook de griffier aanwezig was.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Meervoudige kamer voor wrakingszaken
Zaaknummer / rekestnummer: 590722 / HA RK 20-103
Beslissing van 4 februari 2020
op het verzoek van
[naam verzoeker],
wonende te [adres] ,
verzoeker,
strekkende tot wraking van:
mr. R. Kruisdijk, senior rechter in de rechtbank Rotterdam, team kanton 2 (hierna: de rechter).

1.Het procesverloop en de processtukken

Bij dagvaarding van 7 november 2019 heeft [naam vennootschap] B.V. verzoeker in kort geding
gedagvaard te verschijnen ter zitting van de voorzieningenrechter in deze rechtbank op
22 november 2019 te 15.30 uur. Die procedure heeft als kenmerk 8118028 VV EXPL
19-464 en op de genoemde zitting zou de rechter dat kort geding gaan behandelen.
Bij brief van 21 november 2019 heeft verzoeker wraking van de rechter verzocht (hierna: het eerste wrakingsverzoek).
Bij beslissing van 28 november 2019 heeft de wrakingskamer het eerste wrakingsverzoek afgewezen met bepaling dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker in de procedure met kenmerk 8118028 VV EXPL 19-464 niet in behandeling wordt genomen.
Ter zitting van 13 januari 2020 is de behandeling van het kort geding door de rechter voortgezet en heeft de rechter de uitspraak van het vonnis bepaald op 30 januari 2020.
Bij brief van 20 januari 2020, ingediend bij de Centrale Informatiebalie van deze rechtbank op 30 januari 2020 te 16.52 uur, heeft verzoeker nog een keer wraking van de rechter verzocht (hierna: het tweede wrakingsverzoek).
Aan de wrakingskamer is ter beschikking gesteld het dossier van de hiervoor omschreven
kort geding procedure, waarin zich onder meer bevindt de hiervoor genoemde beslissing van 28 november 2019.

2.De ontvankelijkheid van het verzoek

2.1.
Het tweede wrakingsverzoek is ingediend in de kort geding procedure met kenmerk 8118028 VV EXPL 19-464.
In die zaak heeft de wrakingskamer bij beslissing van 28 november 2019 bepaald dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker in de procedure met kenmerk 8118028 VV EXPL 19-464 niet in behandeling wordt genomen.
2.2.
Gelet op deze omstandigheden is het tweede wrakingsverzoek op grond van artikel 9.1, tweede volzin en onder f, van het Wrakingsprotocol rechtbank Rotterdam kennelijke niet-ontvankelijk. De wrakingskamer zal dienovereenkomstig beslissen.

3.De beslissing

De rechtbank:
- verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in het tweede verzoek tot wraking van mr. R. Kruisdijk.
Deze beslissing is gegeven door mr. P.C. Santema, voorzitter, mr. J.J. van den Berg en
mr. J.A.J.M. Janssen-Timmermans, rechters en door de voorzitter uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 februari 2020 in tegenwoordigheid van J.A. Faaij, griffier.
Verzonden op:
aan:
- verzoeker
- mr. R. Kruisdijk
- mr. H.J. Andel
- mr. R. Willemsen