ECLI:NL:RBROT:2020:2632

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 maart 2020
Publicatiedatum
26 maart 2020
Zaaknummer
C/10/590090 / JE RK 20-207
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van jeugdbescherming

Op 9 maart 2020 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft op 21 januari 2020 een verzoek ingediend tot verlenging van de ondertoezichtstelling, die oorspronkelijk was opgelegd bij beschikking van 18 maart 2019 en zou aflopen op 18 maart 2020. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de moeder, de vader en vertegenwoordigers van de GI aanwezig waren.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat er een positieve ontwikkeling heeft plaatsgevonden in de omgang tussen [naam kind] en de vader. De ouders hebben hun communicatie verbeterd en [naam kind] heeft de vader recentelijk drie keer bezocht. Ondanks deze positieve ontwikkelingen, is de kinderrechter van oordeel dat de ondersteuning van de jeugdbeschermer nog noodzakelijk is om de huidige situatie te bestendigen en verdere escalatie te voorkomen. De kinderrechter heeft daarom besloten de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen voor de duur van twaalf maanden, tot 18 maart 2021.

De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. P. Vlaardingerbroek, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. L.M. Ruijgrok als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld in maart 2020. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/590090 / JE RK 20-207
datum uitspraak: 9 maart 2020

beschikking verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind] ,

geboren op [geboortedatum kind] 2010 te [geboorteplaats kind] , hierna te noemen [naam kind] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 21 januari 2020, ingekomen bij de griffie op 23 januari 2020.
Op 9 maart 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. W.J.J. Trooster,
- de vader,
- een tweetal vertegenwoordigsters van de GI, mw. [naam vertegenwoordigster] en een collega.

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.

[naam kind] woont bij de moeder.
Bij beschikking van 18 maart 2019 is [naam kind] onder toezicht gesteld tot 18 maart 2020.

Het verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen voor de duur van één jaar.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Er heeft een positieve ontwikkeling plaatsgevonden. De ouders hebben samen de omgang tussen [naam kind] en de vader kunnen hervatten. [naam kind] heeft de vader de afgelopen periode drie keer gezien. De ouders hebben zich allebei ingezet en kunnen nu op een meer normale manier met elkaar communiceren. Er was sprake van een terugkerend patroon van ruzies en conflicten. Deze positieve ontwikkeling is nog pril. De GI wil de ouders daarom blijven ondersteunen. De ondertoezichtstelling kan pas worden afgesloten als de basis tussen de ouders goed is.

De standpunten

Door en namens de moeder is ter zitting naar voren gebracht dat er tussen de ouders veel is gebeurd. Met behulp van de ondertoezichtstelling is er nu sprake van een prille positieve ontwikkeling. De moeder is pasgeleden bij de vader thuis geweest om te overleggen. [naam kind] vindt het fijn dat de ouders weer goed contact met elkaar hebben.
De vader is het eens met het verzoek. Het is fijn als de jeugdbeschermer de ouders kan blijven ondersteunen.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is het volgende gebleken. [naam kind] heeft jarenlang klem gezeten in de onderlinge strijd tussen de ouders. De ouders waren niet in staat om op een voor [naam kind] niet-belastende manier met elkaar te communiceren en voerden meerdere juridische procedures over onder meer de omgang tussen [naam kind] en de vader. [naam kind] werd deelgenoot gemaakt van de problematiek van de ouders en is in een loyaliteitsconflict geraakt, hetgeen bijzonder belastend is en schadelijk is voor zijn ontwikkeling. Sinds september 2019 heeft de omgangsregeling geen doorgang meer gevonden, omdat [naam kind] veel weerstand had tegen zijn vader.
De afgelopen periode is de jeugdbeschermer gestart met de ‘complexe echtscheidingsmethodiek’ met als doel om de omgang tussen de vader en [naam kind] te hervatten en de communicatie tussen de ouders te verbeteren. Sinds kort is sprake van een prille positieve ontwikkeling. Het is de ouders gelukt om hun onderlinge strijd te doorbreken en op een normale manier in het bijzijn van [naam kind] met elkaar te communiceren. Ook is [naam kind] drie weekenden op bezoek geweest bij de vader. De kinderrechter geeft de ouders hiervoor een compliment. Er is momenteel sprake van een wederzijds respect tussen de ouders, wat heel belangrijk is voor de ontwikkeling van [naam kind] . Daarnaast ervaart [naam kind] de bezoeken bij de vader als prettig. Omdat de positieve ontwikkeling nog pril is, is de kinderrechter van oordeel dat de bijstand van een jeugdbeschermer nog noodzakelijk is om de ouders te ondersteunen en de huidige situatie te bestendigen. Indien de ouders deze positieve ontwikkeling voortzetten, kan het komende jaar worden toegewerkt naar een afsluiting van de ondertoezichtstelling.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal de ondertoezichtstelling van [naam kind] daarom verlengen voor de duur van twaalf maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind] tot 18 maart 2021;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 9 maart 2020 door mr. P. Vlaardingerbroek, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok als griffier.
De kinderrechter is afwezig en daardoor buiten staat de schriftelijke bevestiging van deze beslissing mede te ondertekenen. Gezien door mr. M. van Kuilenburg, kinderrechter tevens teamvoorzitter, in bijzijn van de griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op maart 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.