Op 9 maart 2020 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft op 21 januari 2020 een verzoek ingediend tot verlenging van de ondertoezichtstelling, die oorspronkelijk was opgelegd bij beschikking van 18 maart 2019 en zou aflopen op 18 maart 2020. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de moeder, de vader en vertegenwoordigers van de GI aanwezig waren.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat er een positieve ontwikkeling heeft plaatsgevonden in de omgang tussen [naam kind] en de vader. De ouders hebben hun communicatie verbeterd en [naam kind] heeft de vader recentelijk drie keer bezocht. Ondanks deze positieve ontwikkelingen, is de kinderrechter van oordeel dat de ondersteuning van de jeugdbeschermer nog noodzakelijk is om de huidige situatie te bestendigen en verdere escalatie te voorkomen. De kinderrechter heeft daarom besloten de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen voor de duur van twaalf maanden, tot 18 maart 2021.
De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. P. Vlaardingerbroek, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. L.M. Ruijgrok als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld in maart 2020. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.