In deze zaak verzoekt de vrouw vervangende toestemming om met haar minderjarige kind naar Antwerpen, België, te verhuizen en om het kind daar in te schrijven op school. De vrouw heeft een nieuwe partner in Antwerpen en heeft de verhuizing goed voorbereid, met een netwerk van familie en een geschikte school voor de minderjarige. De man verzet zich tegen de verhuizing en verzoekt de rechtbank om de vrouw te verbieden te verhuizen. De rechtbank oordeelt dat de vrouw voldoende rekening heeft gehouden met de belangen van de minderjarige en de man. De rechtbank wijst de verzoeken van de vrouw toe en die van de man af, omdat het belang van de vrouw bij de verhuizing zwaarder weegt dan de belangen van de man en de minderjarige bij frequent contact. De rechtbank stelt ook een zorgregeling vast waarbij de minderjarige regelmatig contact heeft met de man, inclusief een weekendregeling en doordeweeks contact via Skype of Facetime. De rechtbank bepaalt dat de vrouw de minderjarige naar school in Antwerpen mag inschrijven en dat de man de minderjarige drie keer per maand mag zien.