Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
2.De standpunten
3.De beoordeling
4.De beslissing
- stelt aan tot curator:
- geeft last aan de curator tot het openen van aan gefailleerde gerichte brieven en telegrammen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 februari 2020 uitspraak gedaan over de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van een schuldenaar. De bewindvoerder had verzocht om de regeling te beëindigen vanwege tekortkomingen in de nakoming van de informatie-, sollicitatie- en afdrachtsplicht door de schuldenaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenaar haar verplichtingen niet naar behoren is nagekomen, waaronder het niet tijdig verstrekken van informatie aan de bewindvoerder en het ontstaan van nieuwe schulden bij het UWV. De schuldenaar had verklaard dat zij haar best deed om de ontbrekende stukken aan te leveren en dat zij werkte, maar de rechtbank oordeelde dat dit onvoldoende was om de regeling voort te zetten. De rechtbank heeft de toepassing van de schuldsaneringsregeling beëindigd op grond van artikel 350, derde lid, onder c en d van de Faillissementswet. Tevens is er een curator aangesteld en is er een postblokkade ingesteld. De bewindvoerder heeft recht op een salaris van € 2.673,00, dat door de rechtbank is vastgesteld. De uitspraak is openbaar gedaan en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.