7.3.2.Rapportages en verklaringen op de terechtzitting
Orthopedagoog Generalist NVO E.E. ter Borg heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 17 februari 2020. Dit rapport houdt voor zover van belang het volgende in.
De verdachte lijdt aan een ziekelijke stoornis in de zin van een aandachtsdeficiëntie/ hyperactiviteit-stoornis (ADHD), gecombineerd beeld, in ernstige mate. Hiervan was sprake ten tijde van het ten laste gelegde en het beïnvloedde de gedragskeuzes en gedragingen ten tijde van het ten laste gelegde.
De verdachte is vanwege de met zijn ADHD samenhangende ontbrekende zelfcontrole, zwakke zelfbeheersing en beïnvloedbaarheid niet in staat geweest zijn gedrag voldoende te reguleren. Dit kwam doordat hij, deel uitmakend van een groep, overprikkeld en volledig in beslag genomen werd door de groepsleden. Oplopende agressie en tenslotte een onbeheerste woedebui met ernstig fysiek geweld waren het gevolg.
Onderzoeker is van mening dat de ADHD verdachtes keuzevrijheid zeer begrensde. Door zijn stoornis raakt hij snel gespannen en beschikt hij niet over adequate emotieregulatiemechanismen om de opwinding te laten afvloeien. Ook was hij vergeten zijn ADHD-medicijn te slikken, waarvan normaal een dempende werking uitgaat. De verdachte functioneert op een laag begaafd/moeilijk lerend niveau, wat ook kan hebben doorgewerkt in zijn gedrag ten tijde van het ten laste gelegde. De onderzoeker acht de doorwerking van de aandachtsdeficiëntie/hyperactiviteit-stoornis en zijn cognitieve functioneren in zijn gedrags-keuzes ten tijde van de feiten (indien bewezen) aannemelijk en adviseert op basis van deze factoren betrokkene verminderd toerekeningsvatbaar te achten voor het hem ten laste gelegde.
De risico- en beschermende factoren tegen elkaar afgezet, leveren een matig verhoogd risico op toekomstig gewelddadig handelen indien geen voortzetting van de behandeling plaatsvindt (behandeling is in het kader van de schorsingsvoorwaarden al gestart). De met ADHD samenhangende enigszins ontbrekende zelfcontrole, zwakke zelfbeheersing en beïnvloedbaarheid in combinatie met het ervaren van stress zijn de belangrijkste risicofactoren. De betrokkenheid van ouders en de wil om mee te werken aan hulpverlening van zowel de verdachte als ouders, zijn hierbij de belangrijkste beschermende factoren.
Behandeling en begeleiding zijn noodzakelijk. Voortzetting van het schorsingsplan (met in de toekomst een uitbreiding van PMT naar een systemische variant) wordt geadviseerd, tevens dient de jeugdreclasseringsmaatregel gecontinueerd te worden om de behandeling en invulling van de dagbesteding te monitoren. Geadviseerd wordt bij bewezenverklaring de interventies met een voorwaardelijk strafdeel, namelijk een jeugddetentie, op te leggen.
De Raad voor de Kinderbescherming, hierna te noemen de Raad, heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 25 februari 2020. Dit rapport houdt voor zover van belang het volgende in.
De Raad acht het van belang dat het reeds ingezette traject omtrent de schoolgang van de verdachte wordt voorgezet en gemonitord, dat er aandacht is voor het inkleden van werk en een positieve en structurele vrijetijdsbesteding en dat er toezicht blijft op het sociale netwerk van de verdachte. Er wordt reeds psychomotore therapie ingezet en dit zal in de komende periode worden uitgebreid richting het systeem. De jeugdreclassering dient toezicht te houden op het verloop hiervan en eventueel aanvullende hulp in te zetten wanneer dit nodig wordt geacht.
De Raad adviseert de rechtbank een onvoorwaardelijke werkstraf op te leggen. Daarnaast adviseert de Raad om een voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen, onder de bijzondere voorwaarden dat de verdachte:
- zich gedurende door de gecertificeerde instelling te bepalen periode (die loopt tot maximaal einde proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de reclassering, zo frequent en zo lang deze instelling noodzakelijk acht;
- op geen enkele wijze, direct of indirect, contact zal opnemen, zoeken of hebben met de medeverdachten en slachtoffers zolang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
- zich zal houden aan een avondklok, waarvan de tijdstippen nader worden bepaald door de jeugdreclassering, voor zolang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
- zijn medewerking verleent aan specialistische hulpverlening, zoals PMT,
waarbij aan de gecertificeerde instelling te weten Jeugdbescherming west te Dordrecht opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de minderjarige ten behoeve daarvan te begeleiden.
Jeugdbescherming west heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 6 maart 2020. Dit rapport houdt voor zover van belang het volgende in. De verdachte laat sinds zijn schorsing een positieve lijn zien. Hij werkt goed mee met de ingezette hulp en onderwijs. Jeugdbescherming west kan zich vinden in de adviezen van de orthopedagoog en de Raad.
De rechtbank heeft acht geslagen op deze rapporten.
Ter zitting heeft mevrouw Holleman van Jeugdbescherming west bevestigd dat de begeleiding van de verdachte goed verloopt. De avondklok en het huisarrest zijn gestopt en hij werkt goed mee op school en bij PMT.