Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- oplegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee jaren;
4..Waardering van het bewijs
hij op 3 oktober 2019 te Capelle aan den IJssel een ring, die toebehoorde aan zijn zus [naam slachtoffer 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen;
hij op 17 juli 2019 te Rotterdam opzettelijk een bankpas op naam van [naam slachtoffer 2] , toebehorende aan [naam slachtoffer 2] en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als vinder, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
hij op tijdstippen op 17 juli 2019 te Rotterdam geldbedragen, die toebehoorden, aan [naam slachtoffer 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om die zich
wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte die weg te nemen geldbedragen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door contactloos te betalen met een op naam van [naam slachtoffer 2] gestelde bankpas;
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering maatregel
8..In beslag genomen voorwerp
9..Vordering benadeelde partij
10..Vorderingen tenuitvoerlegging
11..Toepasselijke wettelijke voorschriften
12..Bijlagen
13..Beslissing
gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van: Ring (1 stuk);
een inrichting voor stelselmatige dadersvoor de duur van
2 (twee) jaren;
hij op of omstreeks 3 oktober 2019 te Capelle aan den IJssel een ring, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan (zijn zus) [naam slachtoffer 1] ,
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
hij op of omstreeks 17 juli 2019 te Rotterdam opzettelijk een bankpas (op naam van [naam slachtoffer 2] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als vinder, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks 17 juli 2019 te Rotterdam een of meer geldbedragen, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam slachtoffer 2] , (telkens) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen geldbedragen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door (telkens) contactloos te betalen met een op naam van [naam slachtoffer 2] gestelde bankpas;