ECLI:NL:RBROT:2020:2445

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 maart 2020
Publicatiedatum
20 maart 2020
Zaaknummer
8192907 CV EXPL 19-7610
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van koopovereenkomst en non-conformiteit van de auto

In deze zaak heeft de kantonrechter te Dordrecht op 19 maart 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en [handelsnaam] over de ontbinding van een koopovereenkomst. [eiser] had op 1 april 2019 een Volkswagen Golf gekocht van [handelsnaam] voor € 6.100,-, met een garantie van drie maanden op motor en versnellingsbak. Na aankoop ontstonden er problemen met de auto, waaronder een brandend motorstoringslampje. [eiser] heeft de auto laten onderzoeken door een Volkswagendealer, die constateerde dat de distributieketting vervangen moest worden. [handelsnaam] heeft echter gesteld dat [eiser] niet in de gelegenheid is gesteld om de auto voor nader onderzoek aan te bieden, en dat hij bereid was om de gebreken te herstellen.

De kantonrechter heeft beoordeeld of de auto niet voldeed aan de overeenkomst en of [eiser] terecht de koopovereenkomst heeft ontbonden. De rechter oordeelde dat de auto niet geschikt was voor normaal gebruik, en dat het gebrek aan de distributieketting al bij aflevering bestond. Echter, de rechter oordeelde ook dat [eiser] [handelsnaam] niet de kans heeft gegeven om de auto te herstellen, wat een belangrijke factor was in de beslissing. De kantonrechter concludeerde dat [eiser] niet op goede gronden de overeenkomst heeft ontbonden, en heeft de vordering van [eiser] afgewezen. Tevens werd [eiser] veroordeeld in de proceskosten van [handelsnaam].

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8192907 CV EXPL 19-7610
uitspraak: 19 maart 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,
in de zaak van:
[eiser] ,
wonende te [woonplaats eiser] ,
eiser,
gemachtigde: mr. A. Karacelik.
tegen
[gedaagde] , h.o.d.n. [handelsnaam]
wonende en handelende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
gemachtigde: [naam gemachtigde] .
Partijen worden hierna aangeduid als ‘ [eiser] ’ en ‘ [handelsnaam] ’.

1.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding van 20 november 2019, met producties;
de conclusie van antwoord;
het tussenvonnis van 5 december 2019 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
de aantekening dat de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 22 januari 2020;
de productie van [eiser] , overgelegd tijdens de mondelinge behandeling.
De uitspraak van het vonnis is nader bepaald op heden.

2.De vaststaande feiten

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds niet weersproken, staat het volgende tussen partijen vast.
[eiser] heeft op 1 april 2019 bij en van [handelsnaam] een Volkswagen Golf, bouwjaar 2008, (hierna: de auto) gekocht voor een bedrag van € 6.100,-. Ten tijde van de verkoop had de auto een kilometerstand van 107.973. Er is een garantie van 3 maanden met een maximum van 10.000 km op motor en versnellingsbak overeengekomen.
2.2
Op 19 augustus 2019 is [eiser] met de auto naar [handelsnaam] gegaan omdat het motorstoringslampje van de auto brandde.
2.3
Eveneens op 19 augustus 2019 is [eiser] met de auto naar een Volkswagendealer gegaan en heeft hij de auto laten onderzoeken. De Volkswagendealer heeft het volgende geconstateerd:

Distributieketting buiten de tolerantie, distributieketting niet in orde – Distributieketting vervangen
2.4
[handelsnaam] schrijft op 9 oktober 2019 onder meer het volgende aan de gemachtigde van [eiser] :
“Tijdens het bezoek op 19 augustus is de auto onderzocht en is inderdaad gebruik gemaakt van onder andere digitale diagnostiek. Het euvel werd verholpen. Tevens is toen de afspraak gemaakt dat de heer [eiser] zelf zou bekijken wanneer hij zo snel mogelijk de auto zou kunnen brengen, opdat wij de auto uitgebreider zouden kunnen onderzoeken! Dit heeft tot op de dag van heden niet plaatsgevonden. […] Ik ga er vanuit dat de auto nog deze week zal worden aangeboden voor nader onderzoek. Kosten die niet vallen onder de wettelijke garantie maar onder regulier onderhoud zullen naar redelijkheid worden besproken met uw cliënt.”

3.Het geschil

3.1
[eiser] vordert uitvoerbaar bij voorraad,
primair voor recht te verklaren dat [eiser] de koopovereenkomst rechtsgeldig heeft ontbonden;
subsidiair dat de kantonrechter de koopovereenkomst ontbindt;
primair en subsidiair [handelsnaam] te veroordelen:
  • binnen twee dagen na betekening van het vonnis aan [eiser] te betalen een bedrag van € 6.100,-, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de dag dat [eiser] dit bedrag aan [handelsnaam] heeft betaald tot aan de dag van terugbetaling door gedaagde;
  • om aan [eiser] binnen twee dagen na betekening van het vonnis het totaal van de bedragen genoemd in productie 9 te betalen aan extra kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de dag dat eiser voornoemde kosten heeft gemaakt tot aan de dag van betaling door gedaagde;
  • in de buitengerechtelijke kosten en de proceskosten.
3.2
[eiser] legt het volgende aan zijn vordering ten grondslag. De Volkswagen voldeed op het moment van de levering niet aan wat hij op grond van de overeenkomst mocht verwachten van de auto. [eiser] heeft daarom kunnen overgaan tot buitengerechtelijke ontbinding danwel tot het instellen van een vordering tot ontbinding.
3.3
[handelsnaam] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering van [eiser] . [handelsnaam] stelt zich op het standpunt dat hij meermaals heeft aangegeven bereid te zijn gebreken die geen regulier onderhoud inhouden te herstellen. Hij stelt hiertoe niet in de gelegenheid te zijn gesteld.

4.De beoordeling

4.1
Tussen partijen is in geschil of het niet overgaan tot herstel van de auto door [handelsnaam] een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst oplevert die ontbinding van de koopovereenkomst en toewijzing van schadevergoeding rechtvaardigt.
4.2
De door partijen gesloten koopovereenkomst betreffende de Volkswagen Golf geldt op grond van artikel 7:5 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) als een consumentenkoop. Dat heeft tot gevolg dat de koper een aantal rechten heeft waarvan partijen niet mogen afwijken. Op grond van het bepaalde in artikel 7:17 BW is de verkoper van een zaak verplicht een zaak te leveren die aan de overeenkomst voldoet. Dat is niet het geval wanneer de zaak, gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper daarover heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mag verwachten (de zogenoemde non-conformiteit). De koper mag ten minste verwachten dat de afgeleverde zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik nodig zijn en waarvan de koper de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen. Dat partijen slechts drie maanden garantie zijn overeengekomen, neemt dan ook niet weg dat de auto op grond van artikel 7:17 BW aan de overeenkomst moet beantwoorden.
4.3
Op grond van artikel 7:18 lid 2 BW wordt vermoed dat een zaak bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord, indien een afwijking van het overeengekomene zich binnen een termijn van zes maanden na aflevering openbaart, tenzij de aard van de zaak of de aard van de afwijking zich daartegen verzet. Artikel 7:22 lid 1 BW bepaalt dat als het afgeleverde niet aan de overeenkomst voldoet, de (consumenten)koper de overeenkomst mag ontbinden, tenzij de afwijking van het overeengekomene de ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Uit het tweede lid van dit artikel volgt dat deze bevoegdheid pas ontstaat wanneer herstel en vervanging onmogelijk zijn of van de verkoper niet gevergd kunnen worden, dan wel wanneer de verkoper niet binnen een redelijke termijn en zonder ernstige overlast voor de koper tot herstel overgaat.
4.4
Voor de beoordeling of de overeenkomst op goede gronden kon of kan worden ontbonden is eerst van belang of kan worden vastgesteld dat de auto niet beantwoordt aan de overeenkomst. [eiser] stelt dat hij op grond van de overeenkomst mocht verwachten dat hij met de auto op een normale en veilige wijze aan het verkeer zou kunnen deelnemen. Feiten of omstandigheden waaruit zou moeten worden afgeleid dat hij dat niet mocht verwachten, zijn niet gesteld of gebleken. [handelsnaam] heeft weliswaar aangevoerd dat op de auto korting is gegeven, maar daaruit volgt niet dat [eiser] daarom niet mocht verwachten dat de auto geschikt was voor normaal gebruik, te weten een normale en veilige deelname aan het wegverkeer.
4.5
[eiser] is binnen drie maanden na de aankoop en op 19 augustus 2019 (dus ook binnen zes maanden na aankoop) met de auto bij [handelsnaam] langs geweest omdat er problemen met de auto waren. [eiser] stelt dat [handelsnaam] de auto niet kosteloos wilde herstellen omdat dit niet binnen de garantie zou vallen. De problemen hielden aan en [eiser] heeft bij een Volkswagendealer laten vaststellen wat er niet goed was aan de auto. Uit het diagnoserapport van de Volkswagendealer is gebleken dat de distributieketting moet worden vervangen. [handelsnaam] heeft op de mondelinge behandeling niet betwist dat de distributieketting niet goed is, maar voert aan dat hij hiermee nog niet eerder bekend was omdat hij het diagnoserapport nooit heeft ontvangen. Dat laatste is overigens onjuist nu het hierboven onder 2.3 geciteerde stuk van de Volkswagendealer zich als productie 2 bij de dagvaarding bevindt. Dit stuk – hoe summier ook – kan toch moeilijk anders dan als een diagnoserapport kan worden beschouwd.
4.6
Vast staat dat de auto een gebrekkige distributieketting heeft. Niet betwist is dat [eiser] door dit gebrek niet normaal en veilig met de auto aan het wegverkeer kan deelnemen. De auto is derhalve niet geschikt voor normaal gebruik, zodat de auto niet aan de overeenkomst beantwoordt. Het feit dat de problemen met de distributieketting zich binnen zes maanden na aankoop voordeden, leidt tot het bewijsvermoeden dat die problemen ten tijde van de aflevering al bestonden. Het is aan [handelsnaam] om te stellen en te bewijzen dat dit gebrek niet reeds ten tijde van de aflevering bestond. [handelsnaam] heeft hiertoe niets gesteld, maar daarentegen juist benoemd dat het bekend is dat de distributieketting in een Volkswagen Golf van dit type vanaf 100.000 kilometer op de teller op enig moment moet worden vervangen. Nu [handelsnaam] het bewijsvermoeden niet heeft weerlegd, staat daarmee vast dat het gebrek aan de auto al ten tijde van de aflevering bestond.
4.7
Voor de beoordeling of [eiser] bevoegd is om de overeenkomst te ontbinden is op grond van artikel 7:22 lid 2 in combinatie met artikel 7:21 lid 3 BW vereist dat de verkoper niet binnen een redelijke termijn tot herstel overgaat terwijl hij daartoe wel redelijkerwijs toe kan overgaan.
4.8
[handelsnaam] stelt zich op het standpunt dat met [eiser] is afgesproken dat hij zo snel mogelijk de auto zou brengen voor een uitgebreider diagnostisch onderzoek, zodat [handelsnaam] in beeld kon brengen wat er aan de hand was. Deze afspraak is [eiser] niet nagekomen zodat [handelsnaam] nooit in de gelegenheid is gesteld om de auto nader te onderzoeken en eventueel te herstellen. In plaats daarvan is [eiser] naar de Volkswagendealer gegaan.
4.9
[eiser] heeft niet weersproken dat [handelsnaam] heeft aangeboden om de auto nogmaals te bekijken indien deze zou worden gebracht. Weliswaar is er tussen partijen discussie over de vraag wie de kosten van eventueel herstel zou dragen, maar dat neemt niet weg dat [handelsnaam] nooit de kans heeft gekregen om een diagnose te maken. Dat [eiser] stelt geen vertrouwen meer te hebben in [handelsnaam] en daarom elders een diagnose heeft gevraagd is een keuze van [eiser] die voor zijn eigen rekening komt. [handelsnaam] heeft zich immers niet onwelwillend opgesteld om de auto te onderzoeken. Integendeel, op de mondelinge behandeling heeft [handelsnaam] zelfs nog aangeboden om de auto in Rotterdam bij de Volkswagendealer op te halen, waar deze volgens [eiser] nog staat, en de distributieketting te vervangen. De kantonrechter gaat ervan uit dat [handelsnaam] hiertoe ook nu nog steeds bereid is, mede gelet op hetgeen hierboven onder 4.6 is overwogen.
4.1
Het vervangen van de distributieketting is relatief eenvoudig en [handelsnaam] was en is daartoe bereid (en gehouden, zie overweging 4.6). [eiser] heeft [handelsnaam] hiertoe niet in de gelegenheid gesteld. Om die reden oordeelt de kantonrechter dat [eiser] niet op goede gronden heeft kunnen overgaan tot buitengerechtelijke ontbinding en is er ook geen aanleiding om tot ontbinding van de overeenkomst over te gaan. De vordering wordt daarom afgewezen.
4.11
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.

5.De beslissing

De kantonrechter
:
wijst de vordering af;
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [handelsnaam] vastgesteld op € 600,- aan salaris voor de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A.F.M. Wouters en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
41645