Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
[eiser] , te [woonplaats] , eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
A.M.S.J. Baggerman, griffier. De uitspraak is gedaan op 20 maart 2020 en openbaar gemaakt door middel van publicatie op www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, waarbij zijn bezwaren tegen eerdere besluiten ongegrond zijn verklaard. Het betreft een uitspraak van de enkelvoudige kamer van de Rechtbank Rotterdam op 20 maart 2020, in het kader van bestuursrecht. Eiser had bezwaar gemaakt tegen besluiten van 11 en 14 maart 2019, maar zijn beroep werd niet-ontvankelijk verklaard omdat hij het verschuldigde griffierecht van € 47,- niet tijdig had voldaan.
De rechtbank overweegt dat op grond van artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een griffierecht geheven wordt door de griffier van de indiener van het beroepschrift. Eiser is bij aangetekende brief op 27 november 2019 door de griffier erop gewezen dat hij het griffierecht verschuldigd was en dat hij dit bedrag binnen vier weken diende te voldoen. Aangezien het bedrag niet binnen de gestelde termijn was bijgeschreven of ter griffie gestort, kon de rechtbank redelijkerwijs oordelen dat eiser in verzuim was.
De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiser niet heeft voldaan aan de verplichting om het griffierecht tijdig te betalen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank.