1STK vuurwapen KI: Zwart
UMAREX Morph 3x [nummer 1]
[nummer 2] - Luchtdruk balletjes pistool
heft op de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte;
veroordeelt de verdachte hoofdelijk met diens mededaders, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam benadeelde], te betalen een bedrag van
€ 2.890,54 (zegge: tweeduizendachthonderdnegentig euro en vierenvijftig eurocent),bestaande uit € 390,54 aan materiële schade en € 2.500,-- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 9 juni 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij [naam benadeelde] niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij [naam benadeelde] gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij [naam benadeelde] begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte de
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde] te betalen
€ 2.890,54 (zegge: tweeduizendachthonderdnegentig euro en vierenvijftig eurocent),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 juni 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom
te vervangen door 38 (achtendertig) dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij [naam benadeelde], waaronder begrepen betaling door zijn mededader(s), tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde] en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. C.G. van de Grampel, voorzitter,
en mrs. D. Visser en A.B. Baumgarten, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.E. Scholtens, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 3 maart 2020.
De oudste en de jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
Hij op 9 juni 2019 te Rotterdam,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk een persoon genaamd [naam slachtoffer] van het leven te beroven, althans
zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
met dat opzet met een vuurwapen
en/of een luchtdrukwapenéén of meerdere kogel(s) in een/de be(e)n(en) van die [naam slachtoffer] heeft/hebben geschoten, althans met een vuurwapen
en/of een luchtdrukwapenéén of meerdere kogel(s) heeft/hebben afgevuurd in de richting van het lichaam van die [naam slachtoffer],
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(Artikel 287/302 juncto 45 en/of 47 Wetboek van Strafrecht)
art 287 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
Hij op of omstreeks 9 juni 2019 te Rotterdam met een ander of anderen, op of
aan de openbare weg en/of op een voor publiek toegankelijke plaats, te weten
Waldeck Pyrmontlaan en/of Oranjelaan, en elk geval op of aan een openbare weg
en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek
toegankelijke ruimte, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [naam slachtoffer]
, welke geweld bestond uit meermalen, althans éénmaal (met kracht) (met
geschoeide voeten) schoppen en/of trappen en/of slaan en/of stompen tegen het
lichaam van die [naam slachtoffer] (terwijl die [naam slachtoffer] op de grond lag) en/of (vervolgens)
met een vuurwapen
en/of een luchtdrukwapenin een/de be(e)n(en), althans in het lichaam van die [naam slachtoffer] te schieten;
(Artikel 141 Wetboek van Strafrecht)
art 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 141 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 9 juni 2019 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen
en in vereniging met een (of meer) ander(en), ter uitvoering van het door hem,
verdachte, en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging
opzettelijk [naam slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid te beroven en/of beroofd
te houden,
- die [naam slachtoffer] heeft/hebben opgepakt/opgetild en/of daarbij
(vervolgens)
- getracht heeft/hebben die [naam slachtoffer] in de kofferbak van een
voertuig (te weten een Ford) te trekken en/of te duwen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
in vereniging met een (of meer) ander(en),
art 282 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Hij op of omstreeks 9 juni 2019 te Rotterdam opzettelijk mishandelend, een
persoon (te weten [naam slachtoffer]),
meermalen, althans éénmaal (met kracht) met een vuurwapen, althans een hard
voorwerp, in diens gezicht en/of tegen diens hoofd, althans tegen diens
lichaam, heeft geslagen, waardoor voornoemde [naam slachtoffer] letsel heeft bekomen en/of
pijn heeft ondervonden.
(Artikel 300 Wetboek van Strafrecht)
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Hij op of omstreeks 9 juni 2019 te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(een) wapen(s) als bedoeld in artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de
Wet wapens en munitie, te weten (een) wapen(s) in de zin van artikel 1 onder 3
van die wet in de vorm van een pistool van het merk Browning Buck kaliber .22
LR, met daarbij voor dat wapen geschikte munitie, te weten 3 stuks Remmington
kogelpatronen voorhanden heeft gehad.
(Artikel 26 juncto artikel 55 en/of 47 Wet wapens en munitie)
art 26 lid 1 Wet wapens en munitie