In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 17 maart 2020 een beschikking gegeven inzake de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van vier kinderen, hierna te noemen [naam kind 1], [naam kind 2], [naam kind 3] en [naam kind 4]. De zaak is behandeld zonder fysieke zitting vanwege de coronamaatregelen. De gecertificeerde instelling, William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, heeft op 12 februari 2020 een verzoekschrift ingediend, dat op 13 februari 2020 is ontvangen door de griffie. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders het ouderlijk gezag uitoefenen, maar dat de kinderen bij pleegouders verblijven. Eerder, op 2 april 2019, was de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing al verlengd tot 9 april 2020.
De GI heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van de kinderen te verlengen voor een jaar en om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen voor dezelfde periode. De kinderrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat voldaan is aan de wettelijke criteria van het Burgerlijk Wetboek, en heeft besloten de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 9 april 2021. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De beschikking is gegeven door mr. M.J.M. Marseille, kinderrechter, en is openbaar uitgesproken. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak, via de griffie van het gerechtshof Den Haag.