ECLI:NL:RBROT:2020:2351

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 maart 2020
Publicatiedatum
19 maart 2020
Zaaknummer
C/10/591367 / JE RK 20-428
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoekschrift inzake verlenging ondertoezichtstelling en verlenging machtiging tot uithuisplaatsing in het kader van jeugdbescherming

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 17 maart 2020 een beschikking gegeven inzake de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van vier kinderen, hierna te noemen [naam kind 1], [naam kind 2], [naam kind 3] en [naam kind 4]. De zaak is behandeld zonder fysieke zitting vanwege de coronamaatregelen. De gecertificeerde instelling, William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, heeft op 12 februari 2020 een verzoekschrift ingediend, dat op 13 februari 2020 is ontvangen door de griffie. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders het ouderlijk gezag uitoefenen, maar dat de kinderen bij pleegouders verblijven. Eerder, op 2 april 2019, was de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing al verlengd tot 9 april 2020.

De GI heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van de kinderen te verlengen voor een jaar en om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen voor dezelfde periode. De kinderrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat voldaan is aan de wettelijke criteria van het Burgerlijk Wetboek, en heeft besloten de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 9 april 2021. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

De beschikking is gegeven door mr. M.J.M. Marseille, kinderrechter, en is openbaar uitgesproken. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak, via de griffie van het gerechtshof Den Haag.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/591367 / JE RK 20-428
datum uitspraak: 17 maart 2020

beschikking verlenging ondertoezichtstelling en verlenging uithuisplaatsing

in de zaak van
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering,
hierna te noemen de GI, gevestigd te Amsterdam,
betreffende

[naam kind 1] ,

geboren op [geboortedatum kind 1] 2009 te [geboorteplaats kind 1] , hierna te noemen [naam kind 1] ,

[naam kind 2] ,

geboren op [geboortedatum kind 2] 2013 te [geboorteplaats kind 2] , hierna te noemen [naam kind 2] ,

[naam kind 3] ,

geboren op [geboortedatum kind 3] 2015 te [geboorteplaats kind 3] , hierna te noemen [naam kind 3] ,

[naam kind 4] ,

geboren op [geboortedatum kind 4] 2017 te [geboorteplaats kind 4] , hierna te noemen [naam kind 4] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] ,

[naam pleegmoeder] ,

de grootmoeder (vaderszijde), hierna te noemen de pleegmoeder,
wonende te [woonplaats pleegmoeder] ,

[naam pleegvader] , de grootvader (vaderszijde), hierna te noemen de pleegvader,

wonende te [woonplaats pleegvader] .

Het procesverloopHet procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 12 februari 2020, ingekomen bij de griffie op 13 februari 2020.

Op 17 maart 2020 zou de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandelen. Vanwege het beleid van de Raad voor de rechtspraak om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, zoals dat op 16 maart 2020 op www.rechtspraak.nl is gepubliceerd, heeft er geen fysieke zitting plaatsgevonden. De belanghebbenden zijn via de GI in de gelegenheid gesteld om door de kinderrechter telefonisch gehoord te worden. De jeugdbeschermer heeft laten weten dat de betrokkenen hiervan geen gebruik willen maken. De kinderrechter is van oordeel dat zij in dit geval een oordeel kan geven over het verzoek zonder een behandeling ter zitting.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind 1] , [naam kind 2] , [naam kind 3] en [naam kind 4] wordt uitgeoefend door de ouders.
[naam kind 1] , [naam kind 2] , [naam kind 3] en [naam kind 4] verblijven bij de pleegouders.
Bij beschikking van 2 april 2019 heeft de kinderrechter de ondertoezichtstelling van [naam kind 1] , [naam kind 2] , [naam kind 3] en [naam kind 4] verlengd tot 9 april 2020.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 2 april 2019 ook de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind 1] , [naam kind 2] , [naam kind 3] en [naam kind 4] in een voorziening voor pleegzorg verlengd tot 9 april 2020.

Het verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [naam kind 1] , [naam kind 2] , [naam kind 3] en [naam kind 4] te verlengen voor de duur van een jaar. Tevens wordt verzocht de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind 1], [naam kind 2], [naam kind 3] en [naam kind 4] in een voorziening voor pleegzorg te verlengen voor de duur van de ondertoezichtstelling.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [naam kind 1] , [naam kind 2] , [naam kind 3] en [naam kind 4] verlengen voor de duur van twaalf maanden. Ook is de verlenging van de uithuisplaatsing van [naam kind 1] , [naam kind 2] , [naam kind 3] en [naam kind 4] noodzakelijk in het belang van de verzorging en opvoeding (artikel 1:265b, eerste lid, en artikel 1:265c, tweede lid, van het BW).

De beslissingDe kinderrechter:

verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind 1] , [naam kind 2] , [naam kind 3] en [naam kind 4] tot 9 april 2021;
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind 1] , [naam kind 2] , [naam kind 3] en [naam kind 4] in een voorziening voor pleegzorg tot 9 april 2021;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.J.M. Marseille, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. R. Spaans als griffier en in het openbaar uitgesproken op 17 maart 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 19 maart 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.