In deze zaak heeft de kinderrechter op 17 maart 2020 een beschikking gegeven met betrekking tot een verzoekschrift van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond voor een machtiging tot gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [naam kind]. Het verzoek is ingediend op 20 februari 2020 en betreft de situatie van [naam kind], die sinds januari 2019 op een open behandelgroep verblijft en gediagnosticeerd is met PTSS en hechtingsproblematiek. De kinderrechter heeft de zaak zonder fysieke zitting behandeld vanwege de coronamaatregelen en de betrokken partijen zijn telefonisch gehoord.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat het ouderlijk gezag over [naam kind] door de moeder wordt uitgeoefend en dat er zorgen zijn over de emotieregulatie van [naam kind]. De GI heeft een machtiging verzocht voor opname in een gesloten accommodatie, maar de gedragswetenschapper heeft in een niet-instemmende verklaring aangegeven dat gesloten jeugdhulp niet noodzakelijk is en dat alternatieve vormen van hulp overwogen moeten worden. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat aan de formele vereisten van de Jeugdwet niet is voldaan, waardoor het verzoek van de GI is afgewezen.
De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 19 maart 2020. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.