Op 19 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam, zittingsplaats Dordrecht, een beschikking gegeven in de zaak van mr. Arend Cornelis de Bakker, die als vereffenaar van de nalatenschap van de heer [naam erflater] optreedt. Het verzoek betreft de benoeming van een vereffenaar in de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap van de erflater en [naam belanghebbende]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de erflater op [sterfdatum erflater] is overleden en dat hij in gemeenschap van goederen was gehuwd met [naam belanghebbende]. Aangezien erflater geen testament heeft achtergelaten, is de wettelijke verdeling van toepassing en hebben de erfgenamen de nalatenschap beneficiair aanvaard.
Mr. De Bakker heeft verzocht om hemzelf tot vereffenaar te benoemen, omdat er onvoldoende medewerking van [naam belanghebbende] is om de schulden van de nalatenschap te voldoen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er aanzienlijke schulden zijn in de nalatenschap en dat [naam belanghebbende] niet voldoende meewerkt aan de vereffening. De rechtbank oordeelt dat het in het belang van de schuldeisers is om mr. De Bakker als vereffenaar te benoemen, zodat de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap kan worden vereffend en de schulden kunnen worden voldaan. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen en mr. De Bakker benoemd tot vereffenaar, met de opdracht om deze benoeming bekend te maken in de (digitale) Staatscourant.