ECLI:NL:RBROT:2020:2335
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijzondere bijstand voor advocaatkosten en griffierechten op grond van de Participatiewet
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 maart 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, die dakloos is, en het college van burgemeester en wethouders van Schiedam. De eiser had aanvragen ingediend voor bijzondere bijstand voor advocaatkosten en griffierechten, welke aanvragen door verweerder zijn afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser niet voldoende duidelijkheid heeft gegeven over zijn woon- en verblijfplaats, ondanks dat hij daartoe in de gelegenheid was gesteld. Dit heeft geleid tot de conclusie dat het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld.
De eiser had eerder, op 8 mei 2019, een primaire aanvraag ingediend die was afgewezen. Het bezwaar tegen deze afwijzing werd op 26 augustus 2019 ongegrond verklaard. Tijdens de zitting op 7 februari 2020 was de eiser niet aanwezig, maar zijn gemachtigde was wel aanwezig. De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat de onderzoeksplicht van verweerder niet zo ver strekt dat deze zelf nader onderzoek moet doen naar de verblijfplaats van een aanvrager die stelt dakloos te zijn. De rechtbank heeft geoordeeld dat de afwijzing van de aanvragen om bijzondere bijstand terecht was.
De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.