ECLI:NL:RBROT:2020:2328
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- E. Lunenberg
- A. Hielkema
- Rechtspraak.nl
Herziening uitkering op grond van de Participatiewet en verzoek om proceskostenvergoeding
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 20 maart 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verzoeker en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam. De zaak betreft de herziening van de uitkering van de verzoeker op basis van de Participatiewet (Pw) over de periode van 1 oktober 2019 tot en met 31 december 2019. Het college heeft op 6 februari 2020 besloten dat de verzoeker teveel ontvangen uitkering had ontvangen, ter hoogte van € 1.033,45, en heeft bepaald dat dit bedrag vanaf februari 2020 zou worden verrekend. De verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening.
Op 4 maart 2020 heeft het college het bestreden besluit ingetrokken. De verzoeker heeft vervolgens zijn verzoek om voorlopige voorziening ingetrokken, maar heeft de voorzieningenrechter verzocht om het college te veroordelen in de proceskosten. Het college heeft in een brief van dezelfde datum aangegeven geen verweer te voeren tegen de veroordeling tot het betalen van een proceskostenvergoeding van € 525,- voor het indienen van het verzoekschrift.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de verzoeker proceskosten heeft gemaakt en dat het verzoek om vergoeding van deze kosten gegrond is. De kosten zijn vastgesteld op € 525,- op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht. Daarnaast heeft de voorzieningenrechter bepaald dat het college het griffierecht van € 48,- dient te vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.