2.2.Op grond van artikel 2.18 van de Wabo kan, voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, de omgevingsvergunning slechts worden verleend of geweigerd op de gronden die zijn aangegeven in de betrokken verordening.
3. Op grond van artikel 4.11, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Dordrecht (APV) is het verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag de houtopstanden te vellen of te doen vellen die staan vermeld op de Bomenlijst.
Op grond van het tweede lid kan de vergunning worden geweigerd op grond van:
a. de natuurwaarden van de houtopstand
b. de landschappelijke waarde van de houtopstand
c. de waarde van de houtopstand voor stads- en dorpsschoon
d. de beeldbepalende waarde van de houtopstand
e. de cultuurhistorische waarde van de houtopstand
f. de waarde voor de leefbaarheid van de houtopstand.
Het derde lid van artikel 4.11 van de APV bepaalt dat het bevoegd gezag een herplantplicht kan opleggen onder nader te stellen voorschriften.
2. Aan het bestreden besluit heeft verweerder ten grondslag gelegd dat het belang om de bomen te verwijderen zwaarder weegt dan het belang om de bomen te behouden. Verweerder heeft zwaar gewicht toegekend aan het voldoen aan de normen van oeverveiligheid in een woon-/leefomgeving. Niets doen, althans afzien van een oeverconstructie is geen verantwoorde optie. De aangedragen alternatieven voor een oeverreconstructie met behoud van alle bomen zijn niet realistisch, praktisch onuitvoerbaar en/of qua eindresultaat te ongewis. De natuurwaarde van de bomen is beperkt en uit diverse onderzoeken volgt dat het kappen van de bomen niet zal leiden tot aantasting van flora- en fauna ter plaatse. De kap van de bomen zal in de directe nabijheid van de locatie worden gecompenseerd door de herplant van 15 duurzame gezonde bomen.
3. Verzoekster stelt - kort samengevat - dat er sprake is van een bijzonder gebied, met zeer grote natuurwaarden. Er is ten onrechte niet aan de aanhaakplicht als bedoeld in artikel 3.5 van de Wet natuurbescherming (Wnb) voldaan (zie ook artikel 2.2aa van het Besluit omgevingsrecht (Bor)). Dit omdat de kap van de 28 bomen de leefomstandigheden van de Europees beschermde bever, de rivierrombout en diverse vleermuissoorten in het gebied kan aantasten. Zelfs na de uitspraak van de voorzieningenrechter van 5 november 2019 heeft verweerder onvoldoende stilgestaan bij alle aan de orde zijnde belangen. Verzoekster stelt dat de reconstructie van de oever niet noodzakelijk is, omdat er geen voetpad hoeft te worden aangelegd. De door verzoekster en door Iv-Infra aangedragen alternatieven (met behoud van de bomen) zijn niet of nauwelijks door verweerder onderzocht.
4. Met het verzoek wil verzoekster voorkomen dat er bomen gekapt gaan worden, omdat de gevolgen van de kap voor de beschermde diersoorten (vleermuizen, rivierrombout en de bever) groot zijn. Daarnaast stelt verzoekster dat bovendien de vereiste omgevingsvergunning voor de algehele renovatie van de oever nog niet eens is verleend.
5. Verweerder stelt dat - in het bijzonder gelet op het aankomende broedseizoen, dat begint op 15 maart 2020 – er van zijn kant sprake is van een spoedeisend belang. Ter zitting heeft verweerder benadrukt dat het kappen van de bomen noodzakelijk is om de nieuwe oeverconstructie te realiseren. Zodra de oeverconstructie is gerealiseerd kunnen verdere werkzaamheden worden uitgevoerd, met name de aanleg van de openbare ruimte rondom de nieuwe woonwijk “Scharweide”. Sedert de oplevering van de woningen in de zomer van 2019 hebben de bewoners nog veel last van bouwplaten en bouwhekken. De gemeente kan de bouwplaten en bouwhekken pas weghalen na de realisering van de oeverconstructie en dus na de kap van de bomen.
Verweerder erkent dat er nog geen vergunning is verleend voor het slaan van de damwanden, maar zodra de omgevingsvergunning is verleend worden de werkzaamheden direct voortgezet. Verweerder doet daarbij ook aanvullend onderzoek naar de rivierrombout in het water, daar waar de damwanden (als onderdeel van de oeverconstructie) zullen worden geslagen. De bomen dienen overigens niet alleen gekapt te worden vanwege het feit dat zij niet passen in de nieuwe oeverconstructie. De kap is ook vereist vanwege de geplande werkzaamheden op de strook grond waarop de bomen staan en de directe nabijheid hiervan (aanleg wandelpad).