4.2.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij, in de periode van 14 september 2019 tot en met 15 september 2019 te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam, en Brielle en Brussel (België),
tezamen en in vereniging met een ander,
anderen, te weten twee personen met de Albanese nationaliteit,
- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland en een andere lidstaat van de Europese Unie, te weten België en Groot-Brittannië en genoemde personen daartoe gelegenheid en middelen heeft verschaft
- uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en een andere lidstaat van de Europese Unie, te weten Groot-Brittannië en genoemde personen daartoe gelegenheid
enmiddelen heeft verschaft
- een auto (met Roemeens kenteken [kentekennummer] ) te lenen en
- bovengenoemde personen op te halen in Brussel (België) en mee te nemen in die auto en te vervoeren door België en Nederland richting Brielle en Hoek van Holland om vervolgens de boot naar Groot-Brittan
nië te nemen en
- tickets aan te schaffen voor de ferry (Stena Line) van Hoek van Holland naar Groot-Brittannië en
- 2 valse Roemeense ID-kaarten te regelen voor bovengenoemde personen en
- een hotel in Brielle te regelen om te overnachten tijdens voornoemde reis en
- 3 Roemeense ID-kaarten te overhandigen bij de paspoortcontrole (waarvan 2 ID-kaarten vals waren),
en aldus de doorreis en het transport en toegang door/naar en/of het verblijf in Nederland en/of België en/of Groot-Brittannië georganiseerd en gefaciliteerd ,
terwijl hij, verdachte, en zijn mededader, ernstige redenen hadden te vermoeden dat die toegang of die doorreis of dat verblijf wederrechtelijk was.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.