ECLI:NL:RBROT:2020:216

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 januari 2020
Publicatiedatum
14 januari 2020
Zaaknummer
8264598 AZ VERZ 20-8
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot verwerping van de nalatenschap door minderjarigen met beheersbeschikking

Op 14 januari 2020 heeft de kantonrechter in Dordrecht uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verwerping van de nalatenschap door minderjarigen. Verzoekers, de wettelijk vertegenwoordigers van de minderjarigen, hebben op 29 mei 2019 een verzoekschrift ingediend om toestemming te verkrijgen om de nalatenschap van de overledene, geboren in Turkije en overleden in Kocasinan, te mogen verwerpen. De kantonrechter heeft kennisgenomen van verschillende documenten, waaronder een boedelbeschrijving en correspondentie met de griffier. Verzoekers gaven aan dat zij niet op de hoogte zijn van de bezittingen of schulden van de overledene, behalve een schuld aan de Sociale Verzekeringsbank van € 2.200,00. Aangezien er al jaren geen contact met de overledene was, konden zij de benodigde documenten niet verkrijgen om de nalatenschap te inventariseren.

De kantonrechter heeft in zijn beoordeling verwezen naar artikel 4:185 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, dat schuldeisers een termijn van drie maanden na het overlijden biedt om geen verhaal te nemen op de goederen van de nalatenschap. Dit geeft potentiële erfgenamen de tijd om de nalatenschap te inventariseren en een weloverwogen keuze te maken. De kantonrechter heeft besloten om verzoekers te machtigen tot inzage in en het verlangen van afschriften van alle gegevensdragers en administratie van de overledene. Dit stelt hen in staat om de samenstelling en omvang van de nalatenschap te inventariseren en het belang van de minderjarigen bij de verwerping nader te onderbouwen.

De kantonrechter heeft de verzoekers de gelegenheid gegeven om vóór 9 februari 2020 een vermogensoverzicht in te dienen. Indien uit dit overzicht blijkt dat de nalatenschap negatief is, zal de machtiging tot verwerping worden verleend. Als de omvang en samenstelling van de nalatenschap onduidelijk blijft of als er geen vermogensoverzicht wordt ingediend, zal de machtiging worden geweigerd, waardoor de nalatenschap beneficiair zal worden aanvaard namens de minderjarigen. De beschikking is gegeven door mr. G.A.F.M. Wouters en uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8264598 AZ VERZ 20-8
uitspraak: 14 januari 2020

beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,

in de zaak van:

[verzoeker 1] en [verzoeker 2] ,beiden wonende te [woonplaats] , [adres] ,

hierna te noemen
verzoekers,
in hun hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordigers van de minderjarigen:
- [minderjarige 1] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum minderjarige 1] 2016,
- [minderjarige 2] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum minderjarige 2] 2018,
hierna te noemen
de minderjarigen,
inzake de nalatenschap van:

[overledene] (Turkije) op [geboortedatum] ,

overleden te Kocasinan (Turkije) op [datum overlijden] ,
laatstelijk wonende te [woonplaats overledene] , [adres overledene]
hierna te noemen
de overledene.

Verloop van de procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
het verzoekschrift dat ter griffie is binnengekomen op 29 mei 2019, strekkende tot het verkrijgen van toestemming namens de hierboven genoemde minderjarigen de nalatenschap van [overledene] , geboren te Küçüktoraman (Turkije) op [geboortedatum] , overleden te Kocasinan (Turkije) op [datum overlijden] , te mogen verwerpen;
de brieven van de griffier aan verzoekers van 24 juni 2019 en 16 augustus 2019;
de boedelbeschrijving, opgemaakt d.d. 14 juli 2019 door verzoekers;
de brief met bijlagen van verzoekers, ingekomen ter griffie op 15 oktober 2019;
de aantekeningen van de griffier van de zitting van 9 januari 2020.

Beoordeling van het verzoek

Verzoekers stellen dat zij niet weten of de overledene bezittingen/schulden had. Er is slechts wetenschap van één schuld aan de Sociale Verzekeringsbank ten bedrage van € 2.200,00.
Er was sinds 5 à 10 jaar geen contact met de overledene.
De documenten die benodigd zijn voor het in kaart brengen van de bezittingen en schulden kunnen daarom niet verkregen worden.
Het belang van de minderjarigen bij de verwerping van de nalatenschap van de overledene is vooralsnog niet vast komen te staan.
De wet schrijft in art. 4:185 lid 1 BW voor dat schuldeisers gedurende een termijn van drie maanden na het overlijden van een schuldenaar geen verhaal kunnen nemen op goederen van de nalatenschap. Deze bepaling beoogt potentiële erfgenamen de tijd te bieden om de nalatenschap te inventariseren teneinde een weloverwogen keuze uit te kunnen brengen. Deze termijn kan door de kantonrechter worden verlengd. Gedurende deze termijn kan de kantonrechter voorts de maatregelen voorschrijven die hij geboden acht. Deze termijn kan worden verlengd.
Hoewel de bevoegdheid tot het voorschrijven van maatregelen hoofdzakelijk lijkt te zijn ingegeven door de belangen van de schuldeisers, kent deze bepaling - met het oog op het belang van potentiële erfgenamen om een afgewogen keuze te kunnen maken rondom de vererving van een nalatenschap - een discretionaire bevoegdheid aan de kantonrechter toe wat betreft het voorschrijven van maatregelen.
Aangezien de kantonrechter ook elders in het erfrecht (art. 4:192 lid 2 BW) de bevoegdheid heeft om bij wijze van ordemaatregel het beheer van een nalatenschap aan een of meer personen toe te kennen, acht de kantonrechter zich in het belang van de minderjarigen op grond van gemelde wetsbepalingen bevoegd tot het opleggen van de volgende maatregel.
De kantonrechter zal verzoekers machtigen tot inzage in en het verlangen van afschriften van alle gegevensdragers en administratie van de overledene. Voor alle duidelijkheid merkt de kantonrechter op dat verzoekers op grond van deze machtiging van derden/instanties (waaronder banken, verzekeringsmaatschappijen, de Belastingdienst en dergelijke), inzage dienen te verkrijgen in alle bancaire gegevens en (belasting)administratie van de overledene en dat eventuele schuldeisers van de nalatenschap op verzoek van verzoekers hun vorderingen op de nalatenschap aan hen op dienen te geven en desgevraagd met bescheiden dienen te onderbouwen.
De kantonrechter stelt verzoekers hiermee in staat de samenstelling en omvang van de nalatenschap nader te inventariseren en het belang van de minderjarigen bij de verwerping nader te onderbouwen.
De kantonrechter stelt verzoekers derhalve in de gelegenheid om de nalatenschap van de overledene te inventariseren en vast te stellen of deze positief dan wel negatief is. Mocht de nalatenschap negatief blijken te zijn, dan zal de kantonrechter de verzochte machtiging tot verwerping alsnog verlenen. Mocht de omvang en samenstelling van de nalatenschap ongewis blijven of de nalatenschap positief blijken te zijn of indien de kantonrechter niet tijdig een inhoudelijke reactie van verzoekers ontvangt, dan zal de machtiging worden geweigerd. De kantonrechter zal er daarbij dan - behoudens andersluidend tegenbericht van de zijde van verzoekers - van uitgaan dat verzoekers géén mondelinge behandeling van het verzoek (een zitting) wensen.

Beslissing

De kantonrechter:
machtigt verzoekers tot kennisneming (waaronder te verstaan: inzage in en voor zover nodig afschrift van) van alle boeken, bescheiden en andere gegevensdragers ten name van de overledene en kent uitsluitend daartoe voor zover nodig aan verzoekers het beheer over de nalatenschap toe, een en ander tot 10 februari 2020;
stelt verzoekers in de gelegenheid vóór 9 februari 2020 middels een vermogensoverzicht het belang van de minderjarigen bij een verwerping van de nalatenschap van de overledene nader te onderbouwen;
verstaat dat indien uit het vermogensoverzicht blijkt dat de nalatenschap negatief is, de verzochte machtiging tot verwerping zal worden verleend en dat indien de omvang en samenstelling van de nalatenschap ongewis blijft, de nalatenschap positief is of er geen vermogensoverzicht ingediend wordt de verzochte machtiging zal worden onthouden waardoor de nalatenschap, na verloop van de termijn als bedoeld in art 4:193 lid 1 BW - zal hebben te gelden als beneficiair aanvaard namens de minderjarigen;
houdt overigens iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.A.F.M. Wouters, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting.