4.2.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij
op 8 september 2019 te Rotterdam
[naam slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht , door:
- opzettelijk dreigend met een op een
vuurwapen gelijkend voorwerp, in de richting van voornoemde [naam slachtoffer]
te rennen en
- voornoemd op een vuurwapen gelijkend
voorwerp, te richten op de auto waarin
voornoemde [naam slachtoffer] zich bevond
;
2.
hij
in de periode van 28 augustus 2019 tot en met 9 september
2019 te Rotterdam, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt
op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [naam slachtoffer] ,
immers heeft hij, verdachte, met voormeld oogmerk op verschillende
data in voormelde periode
- veelvuldig Snapchat accounts aangemaakt (al dan
niet onder een andere naam) en vervolgens vanaf die accounts
vriendschapsverzoeken verstuurd naar voornoemde [naam slachtoffer] en
- meerdere berichten via Snapchat naar voornoemde
[naam slachtoffer] verstuurd en
- veelvuldig telefonisch contact opgenomen met
voornoemde [naam slachtoffer] en
- meermalen telefonisch en via Whatsapp contact
opgenomen met vrienden van
voornoemde [naam slachtoffer] teneinde in contact te komen met voornoemde
[naam slachtoffer] en
- een filmpje via Whatsapp naar de verloofde van een vriendin van
voornoemde [naam slachtoffer] verstuurd,
met het oogmerk die [naam slachtoffer] , te dwingen iets te doen,
te dulden en vrees aan te jagen.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.