ECLI:NL:RBROT:2020:2129
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Woonkostentoeslag en huur parkeerkosten in bestuursrechtelijke context
Op 10 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. J. Nieuwstraten, en het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, vertegenwoordigd door mr. M.R. Keyser. De zaak betreft de woonkostentoeslag die eiser had aangevraagd voor de periode van 1 september 2018 tot en met 31 augustus 2019. Eiser ontving aanvankelijk een toeslag van € 427,82 per maand, welke later werd verhoogd naar € 459,66 voor de maanden november 2018 tot en met april 2019. Eiser stelde dat zijn parkeerkosten niet waren meegenomen in de berekening van de toeslag, ondanks zijn medische omstandigheden. De rechtbank oordeelde dat de kosten van de huur van een parkeerplaats niet onder de rekenhuur vallen en dat er geen bijzondere omstandigheden waren om van de beleidsregels af te wijken. Eiser had ook geen recht op verhoging van de toeslag voor september en oktober 2018, omdat zijn inkomen boven de bijstandsnorm lag. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de partijen.