ECLI:NL:RBROT:2020:2119

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 maart 2020
Publicatiedatum
10 maart 2020
Zaaknummer
C/10/591786 / FA RK 20-1093
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf op verzoek van het CIZ voor psychogeriatrische cliënt met Alzheimerdementie

Op 4 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een rechterlijke machtiging op verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een psychogeriatrische cliënt met Alzheimerdementie. Het verzoekschrift van het CIZ was ingekomen op 19 februari 2020, waarna de mondelinge behandeling op 4 maart 2020 plaatsvond. Tijdens deze zitting waren de cliënt, zijn advocaat mr. D.S. Lösing, en verschillende zorgverleners aanwezig.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt lijdt aan Alzheimerdementie, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder risico op ernstige psychische schade voor anderen en verwaarlozing van de cliënt zelf. De cliënt verzet zich tegen opname en noodzakelijke zorg, wat zijn situatie verergert. De rechtbank oordeelt dat opname en verblijf in een geregistreerde accommodatie noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel te voorkomen, en dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn.

De rechtbank verleent daarom de gevraagde machtiging tot opname en verblijf voor de duur van twee jaar, tot en met 4 maart 2022. Deze beslissing is mondeling gegeven door rechter W.A.F. Damen en schriftelijk uitgewerkt op 6 maart 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/591786 / FA RK 20-1093
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 4 maart 2020 betreffende een rechterlijke machtiging als bedoeld in artikel 26 van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (hierna: Wzd)
op verzoek van:
het Centrum Indicatiestelling Zorg,hierna: het CIZ,
met betrekking tot:
[naam cliënt],
geboren op [geboortedatum] , [geboorteplaats] ,
hierna: cliënt,
wonende te [adres] , [woonplaats] ,
waar betrokkene verblijft in een accommodatie van Aafje, locatie [naam locatie] ,
advocaat mr. D.S. Lösing te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van het CIZ, ingekomen op 19 februari 2020.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 4 maart 2020.
Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • cliënt met zijn hierboven genoemde advocaat;
  • drs. [naam arts] , arts, verbonden aan Aafje;
  • [naam verzorgende] , verzorgende, eveneens verbonden aan Aafje;
  • [naam echtgenote betrokkene] , echtgenote van betrokkene.

2..Beoordeling

2.1.
De rechter kan op verzoek van het CIZ een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf in een geregistreerde accommodatie verlenen als bedoeld in artikel 24 lid 1 Wzd. De machtiging kan slechts worden verleend indien naar het oordeel van de rechter het gedrag van de cliënt als gevolg van zijn psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap leidt tot ernstig nadeel, de opname en het verblijf noodzakelijk zijn om het nadeel te voorkomen of af te wenden en er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting blijkt dat betrokkene lijdt aan de psychogeriatrische aandoening Alzheimerdementie.
2.3.
Deze aandoening leidt tot ernstig nadeel. Het ernstig nadeel is gelegen in het bestaan of het aanzienlijk risico op ernstige psychische schade voor een ander, ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. Betrokkene is al langdurig opgenomen in de huidige psychogeriatrische instelling (sinds 2018). Hij blijft zich hiertegen verzetten. Ook verzet hij zich tegen noodzakelijke zorg. Zonder 24-uurszorg zou betrokkene niet goed eten en drinken, niet adequaat voor zichzelf zorgen, dwalen en zou zijn echtgenote ernstig overbelast raken. Daarnaast is bij hem soms sprake van achterdocht en agitatie. Het ziektebeeld blijft verslechteren en de noodzaak tot een onvrijwillige opname en zorg wordt steeds groter.
2.4.
De opname en het verblijf zijn noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
2.5.
Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
2.6.
Betrokkene verzet zich tegen de opname en het verblijf.
2.7.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat is voldaan aan de criteria voor een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in de Wzd. Op grond van artikel 39 lid 5 Wzd kan een aansluitende machtiging voor maximaal vijf jaar worden verzocht. Gezien het progressieve beloop van een psychogeriatrische aandoening komt verbetering nauwelijks voor. In zo’n geval, als het verzet blijft aanhouden, kan de machtiging voor een langere duur dan een jaar worden verleend. Daarvan is in het onderhavige geval sprake. Bovendien brengt een zitting als deze veel spanning met zich voor betrokkene. De machtiging zal daarom worden verleend voor de (verzochte) duur van twee jaar.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot opname en verblijf ten aanzien van [naam cliënt] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 4 maart 2022.
Deze beschikking is op 4 maart 2020 mondeling gegeven door mr. W.A.F. Damen, rechter, in tegenwoordigheid van J.D. Verburg, griffier, en op 6 maart 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.