Op 4 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een rechterlijke machtiging op verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een psychogeriatrische cliënt met Alzheimerdementie. Het verzoekschrift van het CIZ was ingekomen op 19 februari 2020, waarna de mondelinge behandeling op 4 maart 2020 plaatsvond. Tijdens deze zitting waren de cliënt, zijn advocaat mr. D.S. Lösing, en verschillende zorgverleners aanwezig.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt lijdt aan Alzheimerdementie, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder risico op ernstige psychische schade voor anderen en verwaarlozing van de cliënt zelf. De cliënt verzet zich tegen opname en noodzakelijke zorg, wat zijn situatie verergert. De rechtbank oordeelt dat opname en verblijf in een geregistreerde accommodatie noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel te voorkomen, en dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn.
De rechtbank verleent daarom de gevraagde machtiging tot opname en verblijf voor de duur van twee jaar, tot en met 4 maart 2022. Deze beslissing is mondeling gegeven door rechter W.A.F. Damen en schriftelijk uitgewerkt op 6 maart 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.