ECLI:NL:RBROT:2020:2117

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 februari 2020
Publicatiedatum
10 maart 2020
Zaaknummer
10/691091-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van opzettelijk aanwezig hebben van heroïne en amfetamine met verbeurdverklaring

Op 25 februari 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in Albanië en ten tijde van de zitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Ter Apel. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van 2030,7 gram heroïne en 271,7 gram amfetamine. De officier van justitie, mr. E.M. Blanken, eiste vrijspraak voor de heroïne en bewezenverklaring voor de amfetamine, met een gevangenisstraf van vijf maanden en onttrekking van een in beslag genomen GSM telefoon aan het verkeer. De rechtbank oordeelde dat het opzettelijk aanwezig hebben van heroïne niet wettig en overtuigend was bewezen, en sprak de verdachte daarvan vrij.

Wat betreft de amfetamine oordeelde de rechtbank dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van de aanwezigheid ervan in de woning waar hij verbleef. De rechtbank merkte op dat de verdachte de woning deelde met anderen en dat er geen gedetailleerde informatie was over de omstandigheden waaronder de amfetamine was aangetroffen. Hierdoor kon niet worden vastgesteld dat de verdachte opzet had op het aanwezig hebben van de amfetamine.

De rechtbank besloot ook over de in beslag genomen voorwerpen. De GSM telefoon, die als cryptofoon werd beschouwd, werd onttrokken aan het verkeer, terwijl het geldbedrag van € 1.350,00 aan de verdachte werd teruggegeven. De rechtbank baseerde haar beslissing op de artikelen 36b en 36c van het Wetboek van Strafrecht. Het vonnis werd uitgesproken door mr. E. Rabbie, voorzitter, en mrs. L. Daum en M.M. Dolman, rechters, in aanwezigheid van griffier J.P. van der Wijden.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 1
Parketnummer: 10/691091-19
Datum uitspraak: 25 februari 2020
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[naam verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats verdachte] (Albanië) op [geboortedatum verdachte] ,
zonder bekende feitelijke woon- of verblijfplaats in Nederland,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de
Penitentiaire Inrichting Ter Apel, in Ter Apel,
raadsman mr. C.Y. Kekik, advocaat te Schiedam.

Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 25 februari 2020.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. E.M. Blanken heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het opzettelijk aanwezig hebben van 2030,7 gram heroïne;
  • bewezenverklaring van het opzettelijk aanwezig hebben van 271,7 gram amfetamine;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden met aftrek van voorarrest;
  • onttrekking aan het verkeer van de onder de verdachte inbeslaggenomen GSM telefoon BQ Aquaris;
  • teruggave aan de verdachte van een geldbedrag van € 1.350,00.

Waardering van het bewijs

Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het opzettelijk aanwezig hebben van de ten laste gelegde hoeveelheid heroïne niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
Standpunt Officier van Justitie
De in de tenlastelegging genoemde amfetamine werd tijdens de doorzoeking van de woning, waar de verdachte op dat moment en ook de drie daaraan voorafgaande dagen verbleef, open en bloot, tussen levensmiddelen aangetroffen in een open kast in de keuken. In de woning bevonden zich ook goederen die onmiskenbaar verband houden met (verwerking van en handel in) verdovende middelen. Gelet op die combinatie van factoren kan het niet anders dan dat de verdachte wist dat zich in de woning amfetamine bevond en daarmee ook opzet heeft gehad op het aanwezig hebben daarvan.
Beoordeling
Niet is bewezen dat het (niet anders kan zijn dan dat) de verdachte wist van de aanwezigheid van amfetamine in het keukenkastje en/of dat hem daarvan enig verwijt kan worden gemaakt. De omstandigheid dat hij sinds enkele dagen in de woning verbleef is daarvoor in dit geval onvoldoende, nu hij die woning deelde met anderen. De rechtbank merkt in dit verband op dat weliswaar gerelateerd is door de politie dat de amfetamine is aangetroffen in een onafgesloten keukenkast, maar bij gebrek aan nadere informatie daaromtrent – een gedetailleerde omschrijving of foto’s ontbreken – volgt uit dit gegeven niet dat de verdachte de aanwezigheid van die amfetamine verweten kan worden. Evenmin is gerelateerd hoe en waar in de woning de goederen zijn aangetroffen die door de politie in verband worden gebracht met de verwerking van drugs en dus kan de rechtbank niet vaststellen dat de verdachte daar enige wetenschap van moet hebben gehad.
Conclusie
Gelet op het voorgaande kan niet worden gezegd dat de verdachte – al of niet tezamen en in vereniging met anderen – amfetamine (opzettelijk) voorhanden heeft gehad, zodat hij van het aangaande die amfetamine impliciet primair en subsidiair ten laste gelegde zal worden vrijgesproken.

Inbeslaggenomen voorwerpen

Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de onder de verdachte inbeslaggenomen GSM telefoon BQ Aquaris zal worden onttrekken aan het verkeer en dat het inbeslaggenomen geldbedrag van € 1.350,00 zal worden teruggegeven aan de verdachte.
Standpunt verdediging
De verdacht ontkent dat de telefoon van hem is. Omdat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het tenlastegelegde dient het geldbedrag ook naar hem terug te gaan.
Beoordeling
De rechtbank heeft acht geslagen op een vonnis van heden in de zaak met parketnummer 10/691909-19, waarbij de medeverdachte [naam medeverdachte] ter zake van onder meer het opzettelijk aanwezig hebben van amfetamine tot straf is veroordeeld. Nu het een zogenoemde cryptofoon betreft en het een feit van algemene bekendheid is dat cryptofoons worden gebruikt door personen die zich bezig houden met – kort gezegd – de handel in drugs, is deze naar het oordeel van de rechtbank vatbaar voor onttrekking aan het verkeer: een strafbaar feit is met behulp van de cryptofoon begaan en het ongecrontroleerde gebruik ervan is in strijd met het algemeen belang.
De in beslag genomen GSM zaktelefoon BQ Aquaris zal op grond van artikel 36b eerste lid aanhef en onder 3 worden onttrokken aan het verkeer.
Ten aanzien van het onder de verdachte inbeslaggenomen geldbedrag ad € 1.350,00 zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36b en 36c van het Wetboek van Strafrecht.

Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart onttrokken aan het verkeer een GSM zaktelefoon BQ Aquaris:
- gelast de teruggave aan verdachte van een geldbedrag van € 1.350,00;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. E. Rabbie, voorzitter,
en mrs. L. Daum en M.M. Dolman, rechters,
in tegenwoordigheid van J.P. van der Wijden, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 25 februari 2020.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I

Tekst tenlastelegging

Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij
op of omstreeks 20 november 2019
te Rotterdam
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
in de woning/het pand [adres]
opzettelijk aanwezig hoeft gehad,
ongeveer 2030,7 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende heroïne, en/of
ongeveer 271,7 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende
amfetamine,
zijnde heroïne en/of amfetamine (een) middel(en) als bedoeld in de bij de
Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van
artikel 3a van die wet;