Op 4 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie. De zaak betreft een betrokkene die lijdt aan een bipolaire stoornis en die zich in een situatie bevond waarin zijn gedrag leidde tot ernstig nadeel voor zowel zichzelf als anderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren.
De rechtbank heeft in haar beoordeling de criteria voor verplichte zorg zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) toegepast. De rechter heeft geconcludeerd dat de betrokkene, gezien zijn psychische toestand, een zorgmachtiging nodig heeft voor een periode van zes maanden. De rechtbank heeft daarbij de noodzaak van medicatie, beperking van de bewegingsvrijheid en opname in een accommodatie als verplichte zorgmaatregelen goedgekeurd.
De beschikking is mondeling gegeven door rechter W.A.F. Damen en is op 6 maart 2020 schriftelijk uitgewerkt. De rechtbank heeft benadrukt dat bij een eventuele heropname na de zorgmachtiging een nieuwe beoordeling door een onafhankelijk psychiater vereist is, conform de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. De zorgmachtiging is geldig tot en met 4 september 2020.