ECLI:NL:RBROT:2020:2034

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 februari 2020
Publicatiedatum
9 maart 2020
Zaaknummer
C/10/591245 / FA RK 20-863
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam

Op 17 februari 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan de betrokkene, geboren in Marokko en thans verblijvende in Yulius, locatie Kasperspad te Dordrecht. De beslissing volgde op een verzoekschrift van de officier van justitie, ingekomen op 11 februari 2020. Tijdens de mondelinge behandeling op 17 februari 2020 werd vastgesteld dat de betrokkene leed aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie, en dat zijn gedrag leidde tot ernstig nadeel, waaronder risico op lichamelijk letsel en ernstige verwaarlozing. De rechtbank heeft geconstateerd dat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis waren en dat verplichte zorg noodzakelijk was om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren.

De rechtbank heeft de volgende vormen van verplichte zorg vastgesteld: het toedienen van medicatie voor de duur van maximaal zes maanden, het beperken van de bewegingsvrijheid voor maximaal drie maanden, toezicht op de betrokkene voor maximaal zes maanden, en opname in een accommodatie voor maximaal drie maanden. De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief was, en dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 17 augustus 2020.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter mr. A. Buizer in aanwezigheid van griffier H.J. de Wit en is op 21 februari 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/591245 / FA RK 20-863
Betrokkenenummer: [nummer]
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 17 februari 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] , Marokko,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Yulius, locatie Kasperspad te Dordrecht,
advocaat mr. M.G. Hoogerwerf te Dordrecht.

1.Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen op 11 februari 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door M.E.C. Neve, psychiater, van 31 januari 2020;
  • de zorgkaart van 4 februari 2020 met bijlagen;
  • het zorgplan van 4 februari 2020 met bijlagen;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur op het zorgplan van 6 februari 2020;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 17 februari 2020.
Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • de hierboven genoemde advocaat van betrokkene;
  • [naam 1] , verpleegkundig specialist en [naam 2] , verpleegkundige, beiden verbonden aan Yulius.
De rechtbank heeft vernomen dat betrokkene niet naar de ruimte wilde komen waar de mondelinge behandeling plaatsvond en dat hij ook niet met zijn advocaat wilde spreken. De rechtbank is naar de kamer van betrokkene gegaan en heeft daar kort met betrokkene gesproken. Betrokkene heeft medegedeeld dat hij niet ziek is en geen behandeling nodig heeft en dat hij verder niet gehoord wil worden en dat de rechter ook niet terug hoeft te komen om de beslissing te vertellen en dat hij het goed vindt dat de verpleegkundige hem de beslissing komt vertellen.

2.Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Wanneer het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, mits er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er geen minder bezwarende alternatieven zijn, het verlenen van verplichte zorg evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door een psychische stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting blijkt voldoende dat betrokkene leidt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige materiële schade en ernstige financiële schade. Ook is er sprake van ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Betrokkene is aanvankelijk opgenomen met een paranoïde psychose. Hij was achterdochtig naar gemeente, banken, uitkeringsinstanties en zorginstellingen. Betrokkene heeft vanuit paranoïde ideeën zijn uitkering stopgezet. Hij liep met grote hoeveelheden geld op zak omdat hij een bank niet vertrouwde. In november 2019 was betrokkene zeer en specifiek dreigend naar zorgpersoneel. Op dit moment gaat het beter met betrokkene, de paranoïde ideeën zijn minder. Er zijn inmiddels korte gesprekken met hem mogelijk. Middels dwangbehandeling krijgt hij medicatie toegediend. Betrokkene is zijn huis kwijt geraakt en is nu op zoek naar een nieuwe woning. Betrokkene heeft geen ziektebesef en geen ziekte-inzicht.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan en het voorstel voor een zorgmachtiging. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling met de advocaat van betrokkene en met de verpleegkundig specialist besproken. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen medicatie, ter behandeling van een psychische stoornis, voor de duur van maximaal zes maanden;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid, voor de duur van maximaal drie maanden (mocht betrokkene toch weer gevaarlijk worden op de afdeling);
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene, voor de duur van maximaal zes maanden;
  • het opnemen in een accommodatie, voor de duur van maximaal drie maanden.
De verpleegkundig specialist geeft tijdens de zitting aan dat er nog maximaal drie maanden nodig zijn voor betrokkene om een woning c.q. verblijfplaats te vinden en betrokkene verder te stabiliseren. Het plan voor daarna is dat betrokkene vanuit de thuissituatie (of vanuit het Leger des Heils als er nog geen woning beschikbaar is) depotmedicatie krijgt en begeleiding/toezicht door het FACT-team.
De opname in een accommodatie en het beperken van de bewegingsvrijheid worden daarom verleend voor de duur van maximaal 3 maanden. De overige vormen van verplichte zorg zijn voor de gehele duur van de machtiging verleend, te weten voor de duur van maximaal 6 maanden.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de duur van zes maanden.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 17 augustus 2020, onder verwijzing naar de verschillende duur van de verschillende soorten zorg zoals genoemd in overweging 2.2.2.
Deze beschikking is op 17 februari 2020 mondeling gegeven door mr. A. Buizer, rechter, in tegenwoordigheid van H.J. de Wit, griffier, en op 21 februari 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.