Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaar met aftrek van voorarrest.
4..Waardering van het bewijs
,welke bedreiging met geweld bestond uit het
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vorderingen benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregelen
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.. Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) jaar;
€ 1.050,- (zegge: duizendvijftig euro),bestaande uit € 50,- aan materiële schade en € 1.000- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 23 juni 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 1] te betalen
€ 1.050,-(hoofdsom,
zegge: duizendvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 juni 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom
te vervangen door 20 dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 1.000,- (zegge: duizend euro)aan materiële schade en € 1.000,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 23 juni 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 2] te betalen
€ 1.000,-(hoofdsom,
zegge: duizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 juni 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom
te vervangen door 20 dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;