Op 24 februari 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De zaak betreft een betrokkene die thans verblijft in Antes Bouman te Rotterdam. De officier verzocht om verlenging van de op 20 februari 2020 opgelegde crisismaatregel, waarbij een medische verklaring van psychiater C. van Tuijl was bijgevoegd. Tijdens de mondelinge behandeling op 24 februari 2020 waren de betrokkene, zijn advocaat mr. W.J.G. Schröder, en twee behandelaars van Antes Bouman aanwezig. De officier van justitie was niet ter zitting verschenen.
De rechtbank beoordeelde of er sprake was van een psychische stoornis in de zin van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De arts ter zitting stelde vast dat er geen geagiteerd toestandsbeeld meer was en dat de betrokkene een positieve ontwikkeling had doorgemaakt. De rechtbank concludeerde dat verslaving aan middelen als alcohol en drugs op zichzelf niet leidt tot toepassing van de Wvggz, tenzij er sprake is van een psychische stoornis van zodanige ernst dat het handelen van de betrokkene daardoor ingrijpend wordt beïnvloed. De rechtbank oordeelde dat dit niet was onderbouwd in de medische verklaring en dat er geen onderliggende stoornis bij de betrokkene werd vastgesteld.
Daarom werd het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter A. Buizer en is op 28 februari 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.