Op 12 februari 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een verzoek om een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek is ingediend door de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam en betreft een betrokkene die momenteel verblijft in Antes GGZ, locatie Albrandswaard te Poortugaal. De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde datum, waarbij verschillende documenten, waaronder medische verklaringen en zorgplannen, zijn overgelegd.
De rechtbank heeft de criteria voor het verlenen van verplichte zorg beoordeeld. Volgens de Wvggz kan verplichte zorg worden verleend wanneer het gedrag van de betrokkene, als gevolg van een psychische stoornis, leidt tot ernstig nadeel en er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis zijn. Tijdens de zitting werd gesteld dat de psychose van de betrokkene niet meer aanwezig is en dat hij vrijwillig in de accommodatie wil verblijven totdat ambulante zorg geregeld is.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat er op dit moment geen sprake is van ernstig nadeel dat voortvloeit uit het gedrag van de betrokkene. Er zijn bovendien mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis, waardoor verplichte zorg niet nodig is. Het verzoek om een zorgmachtiging is dan ook afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven door rechter S.H. Poiesz en schriftelijk uitgewerkt op 18 februari 2020.