Op 12 februari 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in Hongarije, die zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland verblijft. De officier van justitie had op 10 februari 2020 verzocht om verlenging van de op 8 februari 2020 opgelegde crisismaatregel. De mondelinge behandeling vond plaats bij Antes GGZ, waar de betrokkene, bijgestaan door haar advocaat mr. J.A. Smits, aanwezig was. De officier van justitie was niet ter zitting verschenen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, die in verwarde toestand door de politie is aangetroffen na een auto-ongeluk. De betrokkene vertoont psychotisch gedrag, heeft medicatie geweigerd en is moeilijk te repatriëren naar Hongarije. De rechtbank oordeelt dat de noodzakelijke verplichte zorg, zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, moet worden voortgezet om het ernstige nadeel af te wenden. De rechtbank verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een periode van drie weken, tot en met 4 maart 2020.
De beschikking is mondeling gegeven door rechter mr. S.H. Poiesz en is op 18 februari 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.