Rapportages
Psycholoog M.M.F. van Casteren heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 24 december 2019. Dit rapport houdt onder andere het volgende in.
Bij de verdachte wordt een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de vorm van een gedesorganiseerde hechting vastgesteld, waarbij hij in zijn (persoonlijkheids-) ontwikkeling bedreigd wordt. Deze gebrekkige ontwikkeling was aanwezig ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde en beïnvloedde zijn gedragskeuzes en gedragingen.
De verdachte is van kinds af aan onvoldoende in de gelegenheid geweest om een veilige hechtingsrelatie met zijn ouders aan te gaan en heeft hierdoor onvoldoende geleerd om op anderen te kunnen vertrouwen. Hij heeft gevoelens van onveiligheid verinnerlijkt die door hem als angsten ervaren worden. In minder gestructureerde situaties is hij extra op zijn hoede en zal hij geneigd zijn om hyperalert te reageren op signalen van onveiligheid.
De verdachte lijkt beperkt te zijn geweest in het vermogen om zijn wil te bepalen ten aanzien van het ten laste gelegde. Om deze redenen adviseert de psycholoog om de verdachte het ten laste gelegde in verminderde mate toe te rekenen.
De inschatting wordt gemaakt dat er sprake is van matig risico op gewelddadig gedrag, indien er geen behandeling wordt ingezet. De belangrijkste risicofactoren zijn gelegen in het feit dat de verdachte door zijn voorgeschiedenis sterk gericht is op het detecteren van vijandige of agressieve bedoelingen bij anderen en daarop meteen reageert (impulsiviteit). De verdachte heeft incidenteel problemen met het onder controle houden van (uitingen van) boosheid. Hij heeft zelf geen hulpvragen en lijkt de noodzaak van een interventie niet volledig te erkennen.
Het is van belang dat de verdachte beter leert mentaliseren. Dit is belangrijk omdat het bijdraagt aan een betere beheersing van emoties en een stabielere vorming van relaties. Hierbij kan gedacht worden aan MBT, een behandeling gericht op mentaliseren, of aan schematherapie. Dit zou in combinatie met psychomotorische therapie (PMT) aangeboden kunnen worden. PMT is aanbevolen omdat de verdachte daarmee angsten beter leert beheersen door inzicht te krijgen in persoonlijke triggers, lichaamssignalen en spanningsfactoren. Het advies is om de behandeling uit te laten voeren binnen de ambulante forensische kinder- en jeugdpsychiatrie. Verder wordt geadviseerd om de verdachte in het dagelijkse leven te laten begeleiden en ouders thuis opvoedondersteuning te bieden. De verdachte heeft een vertrouwenspersoon naast zich nodig, die situaties op het gebied van school, thuis en vrije tijd met hem voor bespreekt. De verdachte en ouders hebben een duidelijke vertrouwensband met twee medewerkers van AMZO. Aangezien het aangaan van een vertrouwensband met nieuwe begeleiders voor de verdachte (tijds)intensief zal zijn, lijkt het de psycholoog van waarde dat hij en ouders mogen voortbouwen op de begeleidingsrelatie die zij met AMZO hebben.
Met betrekking tot het juridische kader, indien het ten laste gelegde bewezen wordt geacht, adviseert de psycholoog om de verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden bij het voorwaardelijke strafdeel dat hij deel gaat nemen aan bovenbeschreven ambulante behandeling(en). Begeleiding door de jeugdreclassering is eveneens geïndiceerd.
De Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 23 januari 2020. Dit rapport houdt onder andere het volgende in.
De verdachte wordt verdacht van een ernstig strafbaar feit waar een straf tegenover dient te staan. In het onderzoek van de Raad zijn zowel beschermende als risicofactoren naar voren gekomen. Het gezin van de verdachte kampt met een belast verleden, waarin sprake is geweest van huiselijk geweld. Dit is van grote invloed geweest op de ontwikkeling van de verdachte en de keuzes die hij heeft gemaakt en kan maken.
De Raad ziet dat de verdachte binnen de voorlopige hechtenis steeds meer vrijheid heeft gekregen (nachtdetentie en vervolgens schorsing) waarbij sprake was van een stevige stok achter de deur, namelijk terugkeer naar de justitiële jeugdinrichting, indien hij zich niet aan de afspraken zou houden. De verdachte heeft zich aan de gemaakte afspraken gehouden en geen misbruik gemaakt van de verkregen vrijheden. Er is sprake van een prille positieve ontwikkeling, die dient te worden voortgezet, maar waarbij een stevige stok achter de deur noodzakelijk blijft. Ook dient duidelijk te zijn dat het plegen van een dergelijk strafbaar feit een forse straf tot gevolg heeft.
De Raad adviseert een onvoorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van de voorlopige hechtenis. Daarbij adviseert de Raad een voorwaardelijke jeugddetentie, waarmee de verdachte de mogelijkheid heeft om naast zijn behandeling te kunnen werken aan een positief toekomstperspectief. Hij zit in het eindexamenjaar en doet zijn best om achterstanden in te halen. Het is van groot belang dat hij zijn schoolgang kan voortzetten, omdat ook een positief toekomstperspectief zal bijdragen aan het verkleinen van de kans op herhaling. Het opnieuw plaatsen van de verdachte in detentie kan leiden tot een stagnerende schoolgang.
De Raad adviseert als één van de voorwaarden het opleggen van jeugdreclasseringstoezicht om toe te zien op de inzet van individuele behandeling bij de Waag of Fivoor. Daarbij is het van belang dat de jeugdreclassering oog heeft voor de juiste inzet van ondersteuning voor de ouders, zodat zij de verdachte op gepaste wijze kunnen begeleiden.
Ook is het van belang dat er toezicht blijft op de schoolgang van de verdachte.
De rechtbank heeft kennis genomen van het gezinsplan dat Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (hierna: de jeugdreclassering) ten behoeve van de verdachte heeft opgemaakt, gedateerd 3 februari 2020. In dit plan is onder andere vermeld dat de verdachte bekend is met gedragsproblematiek, voortkomend uit de ervaren onveiligheid in zijn vroege jeugd. De jeugdreclassering ziet zowel beschermende als risicofactoren. De jeugdreclassering schat in dat er sprake is van een matig risico op gewelddadig gedrag als er geen interventies plaats vinden.