ECLI:NL:RBROT:2020:1746

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 februari 2020
Publicatiedatum
28 februari 2020
Zaaknummer
10/257921-19 en 10/191766-19 (gev ttz)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van 2 jaren wegens poging tot diefstal en meerdere winkeldiefstallen

Op 17 februari 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de gevoegde zaken tegen de verdachte, die op dat moment preventief gedetineerd was in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam. De verdachte is beschuldigd van een poging tot diefstal, gevolgd door geweld en bedreiging met geweld tegen meerdere personen, en van drie winkeldiefstallen, waarvan één in vereniging gepleegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 26 oktober 2019 in Rotterdam heeft geprobeerd om geld weg te nemen bij een supermarkt, waarbij hij geweld en bedreiging met een mes heeft gebruikt tegen medewerkers van de winkel. Daarnaast heeft hij op verschillende data goederen van de supermarkt gestolen. De officier van justitie heeft een maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee jaar geëist, wat de rechtbank heeft toegewezen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen. De verdachte heeft een strafblad met eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten en er zijn zorgen over zijn recidive. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de maatregel noodzakelijk is voor de veiligheid van de samenleving en om de recidive van de verdachte te voorkomen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummers: 10/257921-19 en 10/191766-19 (gev ttz)
Datum uitspraak: 17 februari 2020
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam, locatie Hoogvliet,
raadsvrouw mr. S. Epema, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 3 februari 2020.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. B.M. van Heemst heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder parketnummer 10/257921-19 onder 1, 2 en 3 en het onder parketnummer 10/191766-19 tenlastegelegde;
  • oplegging aan de verdachte van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van 2 jaar.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder parketnummer 10/257921-19 onder 3 en onder parketnummer 10/191766-19 tenlastegelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 10/257921-19 onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden wat betreft de onder parketnummer 10/257921-19 onder 3 en onder parketnummer 10/191766-19 tenlastegelegde feiten. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 10/257921-19 onder 3 en onder parketnummer 10/191766-19 tenlastegelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
Parketnummer 10/257921-19
1
hij op 26 oktober 2019 te Rotterdam
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
geld, dat geheel aan een ander
toebehoorde, te weten aan Jumbo,
weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
en deze voorgenomen diefstal te doen volgen van geweld en bedreiging met geweld tegen [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer 3] en [naam slachtoffer 4]
en [naam slachtoffer 5] ,
te plegen met het oogmerk om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf
de vlucht mogelijk te maken, - meermalen tegen [naam slachtoffer 1] heeft gezegd "Geef me geld, geef de kassa" en
- met zijn lichaam heen en weer heeft bewogen om los te komen uit de
greep van die [naam slachtoffer 2] en
- een mes heeft getrokken en- met genoemd mes in een hand een dreigende houding heeft
aangenomen tegen die [naam slachtoffer 2] en die [naam slachtoffer 3] en collega's
van die [naam slachtoffer 2] en die [naam slachtoffer 3] en
- met genoemd mes heeft gezwaaid in de richting van die [naam slachtoffer 2]
en/of die [naam slachtoffer 3] en/of collega's van die [naam slachtoffer 2] en die [naam slachtoffer 3]
en
- met genoemd mes snijdende bewegingen heeft gemaakt in de richting
van die [naam slachtoffer 2] en/of collega's van die [naam slachtoffer 2] en
- met genoemd mes in een hand achter die [naam slachtoffer 3] is aangerend
en
- meermalen met genoemd mes in een hand, dreigend naar [naam slachtoffer 4]
en [naam slachtoffer 5] toe is gelopen en
- meermalen tegen [naam slachtoffer 4] en [naam slachtoffer 5] heeft gezegd dat
hij die [naam slachtoffer 4] en die [naam slachtoffer 5] dood ging maken en dat hij die
[naam slachtoffer 4] en die [naam slachtoffer 5] dood ging schieten en daarbij met
beide handen deed alsof hij een pistool in zijn handen hield en
hierbij in de richting van die [naam slachtoffer 4] en die [naam slachtoffer 5] heeft
gewezen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij op 26 oktober 2019 te Rotterdam
een blikje cola en een mes,
diegeheel aan een ander toebehoorde
n, te weten aan Jumbo,
heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3
hij op 21 oktober 2019 te Rotterdam
enkele vleesproducten en bier en groenten,
diegeheel aan een ander toebehoorde
n, te weten aan Jumbo,
heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Parketnummer 10-191766-19
hij, op 9 augustus 2019 te Krimpen aan den IJssel,
tezamen en in vereniging met een ander,
diverse levensmiddelen waaronder: nasi goreng en babi pangang
en safari senza),
diegeheel aan een
ander dan aan verdachte en zijn mededader toebehoorde
n, te weten
aan de Jumbo gevestigd aan [adres] ,
heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
parketnummer 10/257921-19
1. poging tot diefstal, gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf de vlucht mogelijk te maken;
2 diefstal;
3 diefstal;
parketnummer 10/191766-19
diefstal door twee of meer verenigde personen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is strafbaar.

7.Motivering maatregel

7.1.
Algemene overweging
De maatregel die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
De verdachte heeft geprobeerd om ’s avonds bij de servicebalie van een supermarkt de inhoud van de kassa te bemachtigen. Nadat verschillende personen de verdachte vastpakten om hem te beletten om de winkel te verlaten, heeft hij zichzelf uit hun greep bevrijd en vervolgens een mes getrokken. Hierna is hij weggerend en tijdens zijn vlucht heeft hij zijn achtervolgers bedreigd met de dood. Dergelijke feiten zijn voor de direct betrokkenen, maar ook voor het aanwezige winkelend publiek, zeer beangstigend. Bovendien worden hierdoor gevoelens van onveiligheid veroorzaakt, niet alleen bij de aangevers, maar ook bij de samenleving in het algemeen.
Voorts heeft de verdachte zich in een periode van nog geen drie maanden tijd schuldig gemaakt aan drie winkeldiefstallen. Dit zijn ergerlijke feiten die naast financiële schade ook overlast opleveren voor de getroffen winkeliers.
7.2.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.2.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 9 januari 2020, waaruit blijkt dat de verdachte vele malen eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.2.2.
Rapportages
Het Leger des Heils, afdeling Jeugdbescherming en Reclassering heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 21 januari 2020. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
De risico’s op recidive, letselschade en ontrekking aan voorwaarden worden hoog ingeschat.
Op vrijwel alle leefgebieden zijn er problemen. De verdachte heeft geen vaste verblijfplaats en geen werk. Het lijkt hem te ontbreken aan een positief ondersteunend netwerk.
Hij gaat problematisch om met alcohol, cocaïne en speed. Ten tijde van het delict (op 26 oktober 2019) had hij alcohol gedronken. Er wordt een patroon van antisociaal gedrag gezien. In december 2017 is aan hem een voorwaardelijke ISD-maatregel opgelegd. Er lijkt echter geen sprake te zijn van een verandering (vermindering) van de ernst en de frequentie van de delicten. Geconcludeerd wordt dat de huidige ambulante hulpverlening ontoereikend is. Indien de reeds opgelegde voorwaardelijke ISD-maatregel niet ten uitvoer wordt gelegd, wordt geadviseerd om aan de verdachte een onvoorwaardelijke ISD-maatregel op te leggen, in welk kader hij dient deel te nemen aan de intra- en extramurale programma’s, ook als dat inhoudt meewerken aan een klinische behandeling bij een instelling voor forensische verslavingszorg.
Psychiater H. Boedhoe heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 20 november 2019. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
Er is geen sprake van objectiveerbare psychiatrische stoornissen. Er zijn geen bezwaren voor een eventueel op te leggen ISD-maatregel.
De rechtbank heeft acht geslagen op deze rapporten.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan misdrijven waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. De verdachte is blijkens het op zijn naam gestelde uittreksel uit de justitiële documentatie van 9 januari 2020 in de vijf jaren voorafgaande aan de door hem begane feiten ten minste driemaal wegens een misdrijf tot een vrijheidsbenemende straf of een taakstraf veroordeeld. De desbetreffende vonnissen zijn onherroepelijk. De onderhavige feiten zijn begaan na tenuitvoerlegging van deze straffen. Er moet ernstig rekening mee worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan.
De rechtbank stelt vast dat de tot op heden aan de verdachte opgelegde straffen en de voorwaardelijke ISD-maatregel er niet toe hebben geleid dat het criminele gedrag van de verdachte is beëindigd.
De rechtbank onderschrijft de conclusie van de reclassering dat oplegging van de ISD-maatregel is aangewezen. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat er volgens de psychiater geen bezwaren bestaan tegen een dergelijke maatregel.
Gelet op de door de verdachte steeds weer veroorzaakte overlast en schade staat thans het belang van de samenleving voorop. De veiligheid van personen en goederen vereist dat aan de verdachte wordt opgelegd de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee jaren.
Daarbij is mede gelet op de ernst van de begane feiten en de grote hoeveelheid voorafgaande veroordelingen.
De maatregel strekt er toe de maatschappij te beveiligen en de recidive van verdachte te beëindigen en mede om een bijdrage te leveren aan de oplossing van zijn verslavingsproblematiek.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen maatregel passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 38m, 38n, 45, 57, 63, 310, 311 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder parketnummer 10/257921-19 onder 1, 2 en 3 en onder parketnummer 10/191766-19 tenlastegelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
gelast dat de verdachte wordt geplaatst in een
inrichting voor stelselmatige dadersvoor de duur van
2 (twee) jaren.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.L.M. Boek, voorzitter,
en mrs. I.M.A. Hinfelaar en C.E. Bos, rechters,
in tegenwoordigheid van M.M. Cerpentier, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 17 februari 2020.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
Parketnummer 10/257921-19
1
hij op of omstreeks 26 oktober 2019 te Rotterdam
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
geld, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander
toebehoorde, te weten aan Jumbo,
weg te nemen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
en deze voorgenomen diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen
en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [naam slachtoffer 1]
en/of [naam slachtoffer 2] en/of [naam slachtoffer 3] en/of [naam slachtoffer 4]
en/of [naam slachtoffer 5] ,
te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of
gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf
hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te
verzekeren,
- meermalen tegen [naam slachtoffer 1] heeft gezegd "Bro, geef me je kassalade"
en/of "Geef me geld, geef de kassa" en/of
- ( hierbij) een hand op de zak van zijn hoodie heeft gehouden en/of zijn
hand ter hoogte van zijn broeksband heeft gehouden en/of
- met een mes in de richting van die [naam slachtoffer 1] heeft gewezen en/of
- met zijn lichaam heen en weer heeft bewogen om los te komen uit de
greep van die [naam slachtoffer 2] en/of de collega's van die [naam slachtoffer 2] en/of
- een mes heeft getrokken, althans gepakt en/of
- met genoemde mes in een hand een dreigende houding heeft
aangenomen tegen die [naam slachtoffer 2] en/of die [naam slachtoffer 3] en/of collega's
van die [naam slachtoffer 2] en/of die [naam slachtoffer 3] en/of
- met genoemde mes heeft gezwaaid in de richting van die [naam slachtoffer 2]
en/of die [naam slachtoffer 3] en/of collega's van die [naam slachtoffer 2] en/of die [naam slachtoffer 3]
en/of
- met genoemd mes snijdende bewegingen heeft gemaakt in de richting
van die [naam slachtoffer 2] en/of collega's van die [naam slachtoffer 2] en/of
- met genoemd mes heel dicht bij die [naam slachtoffer 3] is gaan staan, terwijl
hij, verdachte, genoemd mes in de richting van die [naam slachtoffer 3] had
gericht en/of
- met genoemd mes in een hand achter die [naam slachtoffer 3] is aangerend
en/of
- meermalen met genoemd mes in een hand, dreigend naar [naam slachtoffer 4]
en/of [naam slachtoffer 5] toe is gelopen en/of
- meermalen tegen [naam slachtoffer 4] en/of [naam slachtoffer 5] heeft gezegd dat
hij die [naam slachtoffer 4] en/of die [naam slachtoffer 5] dood ging maken en/of dat hij die
[naam slachtoffer 4] en/of die [naam slachtoffer 5] dood ging schieten en/of daarbij met
beide handen deed alsof hij een pistool in zijn handen hield en/of
hierbij in de richting van die [naam slachtoffer 4] en/of die [naam slachtoffer 5] heeft
gewezen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 1 Wetboek van
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
2
hij op of omstreeks 26 oktober 2019 te Rotterdam
een blikje cola en/of een mes, in elk geval enig goed, dat geheel of ten
dele aan een ander toebehoorde, te weten aan Jumbo,
heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
( art 310 Wetboek van Strafrecht )
3
hij op of omstreeks 21 oktober 2019 te Rotterdam
enkele vleesproducten en/of bier en/of groenten, in elk geval enig goed, Pagina 3
dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan Jumbo,
heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
( art 310 Wetboek van Strafrecht )
Parketnummer 10-191766-19
hij, op of omstreeks 9 augustus 2019 te Krimpen aan den IJssel,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
diverse levensmiddelen (waaronder: nasi goreng en/of babi pangang
en/of safari senza), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een
ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten
aan de Jumbo (gevestigd aan [adres] ),
heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van
Strafrecht )