Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 5 (vijf) maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 (twee) jaar en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd in het rapport van de reclassering van 18 november 2018, aangevuld met een contactverbod met de slachtoffers [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] .
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij/schadevergoedingsmaatregel
27 januari 2018.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) maanden;
5 (vijf) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
€ 2.688,92 (zegge: tweeduizend zeshonderdhonderdachtentachtig euro en tweeënnegentig cent), bestaande uit € 188,92 aan materiële schade en € 2.500 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 27 januari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 2.688,92(hoofdsom,
zegge: tweeduizend zeshonderdhonderdachtentachtig euro en tweeënnegentig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 januari 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 2.688,92 gijzeling zal worden toegepast voor de duur van
36 (zesendertig) dagen;toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;