ECLI:NL:RBROT:2020:1543

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 februari 2020
Publicatiedatum
21 februari 2020
Zaaknummer
C/10/590050 / JE RK 20-193 / C/10/590054 / JE RK 20-194
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 10 februari 2020 een beschikking gegeven inzake de machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [voornaam minderjarige], geboren in 2003. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om een ondertoezichtstelling en een machtiging voor gesloten jeugdhulp, omdat er ernstige zorgen zijn over de veiligheid en het gedrag van [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij belanghebbenden, waaronder de ouders en de minderjarige zelf, aanwezig waren.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [voornaam minderjarige] momenteel verblijft in een gesloten instelling voor jeugdhulp, Hestia, en dat er eerder een voorlopige ondertoezichtstelling is verleend. De ouders hebben een plan van aanpak gepresenteerd, waarin zij beargumenteren dat de veiligheid van [voornaam minderjarige] in de thuissituatie kan worden gewaarborgd zonder dat een gesloten plaatsing noodzakelijk is. Echter, de kinderrechter oordeelt dat de zorgen over [voornaam minderjarige] ernstig zijn, vooral gezien haar seksueel overschrijdend gedrag en de invloed van derden op haar welzijn.

De kinderrechter heeft besloten om de machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling, tot 21 april 2020. De kinderrechter heeft ook bepaald dat er op 14 april 2020 een verhoor zal plaatsvinden om de voortgang van de zaak te bespreken. De beslissing is mondeling gegeven en de schriftelijke uitwerking zal later volgen. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/590050 / JE RK 20-193
C/10/590054 / JE RK 20-194
datum uitspraak: 10 februari 2020

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende
[naam minderjarige], geboren op [geboortedatum minderjarige] 2003 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
  • de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 21 januari 2020 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
  • de verklaring d.d. 22 januari 2020 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
  • de instemmende verklaring d.d. 24 januari 2020 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper;
  • een plan van aanpak als opgesteld door de ouders, ter zitting overhandigd door de advocaat van de ouders, mr. R. Heemskerk.
Op 10 februari 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Gehoord zijn:
- [voornaam minderjarige] , bijgestaan door haar advocaat mr. W.R. Arema,
- de ouders, bijgestaan door hun advocaat mr. Heemskerk voornoemd,
- een vertegenwoordigster van de Raad, mevrouw [naam vertegenwoordigster] ,
- een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam
Rijnmond, hierna te noemen de GI, de heer [naam vertegenwoordiger] .
De kinderrechter heeft bijzondere toegang verleend aan de zussen van [voornaam minderjarige] , mevrouw [naam zus 1] en mevrouw [naam zus 2] . [naam zus 1] heeft als tolk gefungeerd voor de ouders omdat de opgeroepen tolk wegens uitloop van de zitting niet meer aanwezig kon zijn.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders. [voornaam minderjarige] verblijft in de gesloten instelling voor jeugdhulp Hestia.
Bij beschikking van 21 januari 2020 is [voornaam minderjarige] voorlopig onder toezicht gesteld voor de duur van drie maanden. De kinderrechter heeft bij deze beschikking ook een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van vier weken en het verzoek voor het overige aangehouden.

Het aangehouden verzoek

De Raad heeft een ondertoezichtstelling verzocht, voorafgegaan door een voorlopige ondertoezichtstelling voor de duur van drie maanden. Tevens heeft de Raad verzocht een machtiging te verlenen voor verblijf in een gesloten accommodatie voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling. Thans dient te worden beslist op het verzoek om een machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling.
De Raad heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Er bestaan ernstige zorgen over de veiligheid en het gedrag van [voornaam minderjarige] . Deze zorgen zijn bevestigd door het gedrag dat [voornaam minderjarige] heeft laten zien bij Midgaard. [voornaam minderjarige] heeft een andere visie op gangbare normen en kent geen schaamtegevoel. Ook vertoont [voornaam minderjarige] , hoewel subtiel, wervend gedrag richting de mannelijke medewerkers van de instelling. Daarnaast bestaan er zorgen over de erkenning van de zorgen rondom [voornaam minderjarige] door de ouders. De geuite zorgen lijken te worden weersproken. [voornaam minderjarige] ontving voorheen hulp vanuit Humanitas, maar Humanitas heeft aangegeven dat de hulp die Humanitas kan bieden te laagdrempelig is voor de problematiek van [voornaam minderjarige] . Vanwege haar problematiek wordt een plaatsing bij Hestia noodzakelijk geacht, in elk geval voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling.

Het standpunt van de GI

De GI heeft het verzoek van de Raad ondersteund en daaraan het volgende toegevoegd. [voornaam minderjarige] wil graag worden thuisgeplaatst, maar van een thuisplaatsing kan nog geen sprake zijn. Zonder de inzet van ambulante hulp in de thuissituatie, kan haar veiligheid daar niet worden gewaarborgd. Deze hulp kan op dit moment niet direct worden ingezet. De problematiek van [voornaam minderjarige] is ernstig. Voordat [voornaam minderjarige] haar meerderjarigheid heeft bereikt, moet zijn ingezet op de juiste hulp. Bij Hestia kan de specialistische hulp worden geboden die [voornaam minderjarige] behoeft.

Het standpunt van de belanghebbenden

Door en namens [voornaam minderjarige] is verweer gevoerd tegen het verzoek tot verlening van een machtiging gesloten jeugdhulp. Het door het gezin opgestelde plan van aanpak borgt de veiligheid van [voornaam minderjarige] in de thuissituatie. Met het plan wordt [voornaam minderjarige] veiligheid, structuur en orde geboden en is een plaatsing in een gesloten instelling niet noodzakelijk. Bovendien kan de hulp vanuit de thuissituatie sneller van start gaan. [voornaam minderjarige] kan vanaf 13 februari 2020 beginnen met een coachingstraject, terwijl zij bij Hestia eerst zes weken zal worden geobserveerd. Als [voornaam minderjarige] zich niet aan het opgestelde plan van aanpak houdt, kan alsnog een (spoed)machtiging gesloten jeugdhulp worden verzocht. [voornaam minderjarige] wil niet bij Hestia blijven en is gemotiveerd om zich aan het opgestelde plan te houden.
Door en namens de ouders is verzocht het verzoek tot verlening van een machtiging gesloten jeugdhulp af te wijzen. Hiertoe is aangevoerd dat het gezin van [voornaam minderjarige] een plan van aanpak heeft opgesteld waarmee [voornaam minderjarige] in de thuissituatie kan worden opgevangen en beschermd. De Hoofdzaak Coaching en De Hoop GGZ zijn benaderd en zij zijn bereid [voornaam minderjarige] de begeleiding en behandeling te bieden die zij nodig heeft. Daarnaast is voorzien in bijles en huiswerkbegeleiding. [voornaam minderjarige] kan ook terugkeren naar haar oude school en als zij zich inzet, kan zij nog overgaan. De zus, broer of de ouders van [voornaam minderjarige] zullen haar brengen naar en halen van haar afspraken zodat zicht op haar wordt gehouden. De veiligheid van [voornaam minderjarige] kan op deze manier worden gewaarborgd waardoor een machtiging gesloten jeugdhulp geen meerwaarde heeft. Het gezin moet een kans krijgen te laten zien dat zij samen aan de toekomst kunnen werken.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. Volgens de kinderrechter is daarvan op dit moment sprake.
Er zijn grote zorgen over [voornaam minderjarige] vanwege haar seksueel overschrijdende gedrag. Zij heeft zich geprostitueerd. [voornaam minderjarige] lijkt beïnvloedbaar, impulsief en overziet de gevolgen van haar handelen onvoldoende. [voornaam minderjarige] lijkt slechts beperkt inzicht te hebben in het zeer zorgelijke gedrag dat de aanleiding vormde voor de gesloten plaatsing en de risico’s die zij loopt. Ook is het zeer zorgelijk dat [voornaam minderjarige] geen uitspraak wil doen over de persoon die haar in de prostitutie heeft gelokt. Hierdoor kan geen veiligheidsplan worden opgesteld. De veiligheid van [voornaam minderjarige] moet op dit moment nog binnen een gesloten instelling worden gewaarborgd. Zij moet behandeling en begeleiding krijgen voor haar problematiek. Hestia is gespecialiseerd in de bij [voornaam minderjarige] aanwezige problematiek en de plaatsing bij Hestia wordt dan ook in haar belang geacht en is noodzakelijk voor haar veiligheid.
De kinderrechter zal de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor de periode van de voorlopige ondertoezichtstelling. Het door het gezin opgestelde plan van aanpak kan mogelijk dienen als basis voor een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp. De kinderrechter gaat er vanuit dat deze mogelijkheid wordt onderzocht.
De kinderrechter zal de beslissing op het verzoek tot de definitieve ondertoezichtstelling aanhouden tot nader te noemen datum, nu het onderzoek door de Raad nog niet is voltooid.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 18 februari 2020 tot
21 april 2020 betreffende de minderjarige [voornaam minderjarige] ;

en alvorens verder te beslissen:

bepaalt dat het verhoor van de Raad, de GI, [voornaam minderjarige] en de belanghebbenden in deze zaak zal plaatsvinden op 14 april 2020 te 15:00 uur in het gerechtsgebouw te Rotterdam, Wilhelminaplein 100/125;
de zaak zal op genoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door mr. M.J.M. Marseille, kinderrechter;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van [voornaam minderjarige] , de Raad, de GI en de overige belanghebbenden;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van mr. W.R. Arema, indien de Raad tegen voormelde zittingsdatum wederom een verzoek tot een machtiging gesloten jeugdhulp indient;
verzoekt de Raad uiterlijk twee weken voor de genoemde datum de kinderrechter de verzochte rapportage te doen toekomen, met afschrift daarvan aan de GI, de belanghebbenden en mr. R. Heemskerk.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. M.J.M. Marseille, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. V. de Roo als griffier en in het openbaar uitgesproken op 10 februari 2020. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.