Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verdere verloop van de procedure
2.De verdere beoordeling
2.148,00(2 punten × tarief € 1.074,00)
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, is op 19 februari 2020 een vonnis in vrijwaring uitgesproken. De eiseres, een vennootschap onder firma gevestigd te Leerdam, had een vordering ingesteld tegen de besloten vennootschap Van der Brugge Makelaardij O.G. Hypotheken en Vrz, gevestigd te Gorinchem. De eiseres werd vertegenwoordigd door advocaat mr. R. van Baarlen, terwijl de gedaagde werd bijgestaan door mr. D.W.N. Brand. De procedure volgde op een tussenvonnis van 20 maart 2019, waarin was geoordeeld dat indien de hoofdzaak zou uitwijzen dat de eiseres schadeplichtig was, de gedaagde de eiseres zou moeten vrijwaren.
In het eindvonnis van de hoofdzaak, dat op dezelfde dag werd uitgesproken, werd de vordering van de tegenpartij jegens de eiseres afgewezen. Dit leidde tot de afwijzing van de vordering in vrijwaring, aangezien de basis voor de vrijwaring niet meer bestond. De rechtbank oordeelde dat de eiseres als in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten moest worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de gedaagde werden begroot op € 6.094,00, inclusief griffierecht en salaris advocaat.
De rechtbank heeft de vordering van de eiseres afgewezen en de eiseres veroordeeld in de proceskosten, met wettelijke rente over het bedrag vanaf 14 dagen na de datum van het vonnis. Tevens zijn er bepalingen opgenomen over de na dit vonnis ontstane kosten, die ook door de eiseres gedragen moeten worden. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. C. van Steenderen-Koornneef.