Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 1 primair, 4 en 5 ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1 subsidiair, 2 en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest.
4.Waardering van het bewijs
onder 1 primair, 4 en 5 ten laste gelegde feitenniet wettig en overtuigend kunnen worden bewezen. De verdachte zal daarvan zonder nadere motivering worden vrijgesproken.
onder 3 ten laste gelegdediefstal met geweld. In het dossier bevinden zich namelijk geen bewijsmiddelen waaruit met een afdoende mate van zekerheid kan worden afgeleid dat de verdachte op enigerlei wijze bij het wegnemen van de goederen van aangever betrokken is geweest. Hetzelfde geldt voor de planvorming daartoe.
onder 1 subsidiair laste gelegdehet volgende. Voorop gesteld wordt dat onder ‘mishandeling’ in de zin van artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht niet alleen moet worden verstaan ‘het aan een ander toebrengen van lichamelijk letsel of pijn’, maar onder omstandigheden ook ‘het bij een ander teweegbrengen van een min of meer hevige onlust veroorzakende gewaarwording in of aan het lichaam’ (zie o.a. HR 9 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2677).
onder 2 ten laste gelegdewettig en overtuigend bewezen, waaronder het door de verdachte en/of [naam medeverdachte 1] vastpakken, slaan en vastbinden van de aangever. Het vastpakken en slaan van de aangever hebben gezorgd voor een dreigende en dwingende situatie en daarna is de aangever vastgebonden aan zijn handen en enkels. Alleen al door de aangever zo vast te binden, is vanaf dat moment sprake van wederrechtelijke vrijheidsberoving in vereniging. Daar komen alle andere latere handelingen, die hierboven al aan de orde zijn geweest bij de mishandeling, nog eens bovenop.
(een
)tie-wrap(s) om het hoofd en/of de nek van die [naam slachtoffer] te doen (om die doek op zijn plaats te houden) en vervolgens
,en/of zijn mededader(s), met dat opzet
).
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.In beslag genomen voorwerpen
9.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
[naam benadeelde]ter zake van de ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 1.290,66 aan materiële schade en een vergoeding van € 8.000,- aan immateriële schade.
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
[naam benadeelde], te betalen een bedrag van
€ 2.600,- (zegge: zesentwintighonderd euro), bestaande uit € 100,- aan materiële schade en € 2.500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 27 april 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij
[naam benadeelde]te betalen
€ 2.600,- (hoofdsom,
zegge: zesentwintighonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 april 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom
te vervangen door 36 (zesendertig) dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;