Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
MENZIS ZORGVERZEKERAAR N.V.,
ROTTERDAMSE ELECTRISCHE TRAM N.V.,
1.De procedure
- de dagvaarding van 10 december 2018, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de brief van de rechtbank van 3 april 2019 waarin een datum voor comparitie is bepaald;
- de brief van mr. Aaftink van 23 augustus 2019 met productie 9;
- het proces-verbaal van comparitie van 10 september 2019;
- de brieven van mr. Aaftink van 19 en 26 september 2019 met opmerkingen over het proces-verbaal;
- de brief van mr. Schep van 2 oktober 2019 met opmerkingen over het proces-verbaal.
2.De feiten
Bericht meldkamer
Bij de halte gaat Meneer onderuit en heeft last van zijn heup en een hand opengehaald Meneer kwam van achteren naar voren lopen terwijl ik aan het remmen ben en op het laatste stukje (1 meter voor de haltepaal) onderuit”
een aan u overkomen ongeval dat voor rekening van de vervoerder komt of
een omstandigheid die de vervoerder als een zorgvuldig vervoerder heeft kunnen vermijden of waarvan de vervoerder de gevolgen heeft kunnen verhinderen.
3.Het geschil
- voor recht te verklaren dat RET aansprakelijk en schadeplichtig is voor het ongeval van [naam] van 5 februari 2018;
- RET te veroordelen om de schade, nader op te maken bij staat, aan Menzis als gesubrogeerde zorgverzekeraar ex artikel 7:962 BW te vergoeden;
- RET te veroordelen tot betaling aan Menzis van een voorschot op deze schade ad
- RET te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
4.De beoordeling
- dagvaarding € 98,01;
- griffierecht € 291-;
- salaris advocaat € 1.390,- (2 punten x tarief € 695,- per punt);